HOOFDSTUK 1
VEILIGHEID
De operator is volledig verantwoordelijk voor de veiligheid van het personeel en/of de personen die zich in
de buurt van het TIG-apparaat bevinden.
Onjuiste bediening kan letsel en defecten veroorzaken.
Iedereen die met het TIG-apparaat werkt, moet vertrouwd zijn met:
– de bediening van de apparatuur;
– de plaats van de noodschakelaars;
– de functies van de apparatuur;
– de veiligheidsvoorschriften;
– het TIG-snijden.
De operator moet ervoor zorgen dat:
– niemand tijdens het starten van het TIG-apparaat in de werkzone aanwezig is;
– iedereen beschermende kleding draagt wanneer de boog wordt ontsoken.
De werkzone:
– moet vrij zijn van machineonderdelen, gereedschap en andere voorwerpen;
– moet tochtvrij zijn;
– de noodschakelaar moet direct bereikbaar zijn.
Persoonlijke bescherming:
– draag altijd de juiste bescherming, d.w.z. lashelm of lasscherm, brandvrije kleding, handschoenen en
schoenen;
– draag nooit losse kleding, riemen, armbanden, ringen, enz.
Diversen:
– uitsluitend goed opgeleid personeel mag de elektrische apparatuur voor het plasmasnijden
bedienen;
– controleer of de aarding correct is aangesloten;
– de brandblusapparatuur in de werkplaats van het TIG-toestel moet snel toegankelijk zijn.
– het onderhoud van de machine mag niet tijdens de werking plaatsvinden.