AREO ACP
De eenfasige MODELLEN hebben een motor met één snelheid
alle motoren zijn uitgerust met een interne thermische beveiliging (klixon)
en omhulling in klasse F en zijn uitgevoerd in veiligheidsklasse IP 54.
- Axiale ventilator met statisch gebalanceerde schoepen in een speciale
opening voor luchtuitstoot die de aëraulische prestaties verbetert en
tegelijk het geluid dempt.
- Veiligheidsrooster van elektrolytisch verzinkte staaldraad:
ondersteunt de motor en is met anti-trillinghouders aan de omkasting
vastgemaakt.
Belangrijkste onderdelen zoals op figuur 2:
(1)
Omkasting: zijpaneel
(2)
Omkasting: boven-/onderpaneel
(3)
Achterpaneel/luchtuitstoot ventilator
(4)
Warmtewisselaar met lamellenunit (aggregaat voor warmtewisseling)
(5 )
Veiligheidsrooster (waaier) ter ondersteuning van de motor
(6)
Verstelbare lamellen voor luchtuitblaas
(7)
Bovenafdekking aggregaat warmte-uitwisseling
(8)
Luchtvervoer
(9)
Bevestigingsbeugels voor muur/plafond
(10)
Plastic hoekelement voor het afsluiten van de bekasting
4
AFMETINGEN
Op figuur 3 ziet u de afmetingen van het toestel:
(1)
Aansluiting watertoevoer, mannetje gas
(2)
Aansluiting waterafvoer, mannetje gas
5
MONTAGE
Haal de luchtverhitter uit de verpakking en controleer de staat van het
toestel. Verzeker u ervan dat het niet werd beschadigd tijdens het
vervoer.
Controleer, alvorens met de montage te beginnen, dat de installatiehoogte
en de luchtstraal overeenkomen met de aanwijzingen op de technische
catalogus, en dit in functie van de polariteiten en het projectietype van het
toestel. De maximale installatiehoogte staat ook op figuur 4 aangegeven.
Alle modellen van de reeks AREO ACP kunnen zowel aan de muur (als
verwarming en airconditioning) als op het plafond (UITSLUITEND als
verwarming) worden gemonteerd.
Gebruik voor bevestiging op de wanden de speciale malplaatjes die u bij
de onderdelen vindt:
DFP voor bevestiging op wanden
DFC voor bevestiging op zuilen
Verstelbare DFO voor bevestiging op wanden/zuilen (0° tot ±45°).
Indien u de orginele malplaatjes niet gebruikt, verzeker u er dan toch van
dat de afstand tot de wand of het plafond niet kleiner is dan wat op figuur
5 staat aangeduid.
Gebruik bevestigingspluggen die geschikt zijn voor het gewicht van het
toestel en verzeker u ervan dat het oppervlak waarop u het toestel
vastmaakt hiervoor geschikt is.
Gebruik voor montage aan het plafond de 4 bijgesloten beugels en maak
de luchtverhitter vast met 4 speciale kettingen. Houd hierbij rekening met
het gewicht van het toestel.
Voor een betere verspreiding van de lucht draait u de ene helft van de
lamellen voor luchtuitblaas 180° om (zie figuur 6). Duw hiervoor op de
lamellen zodat de veer wordt ingedrukt.
Gebruik een gepast heftoestel (een heftruck is ideaal) om de luchtverhitter
op te tillen tot waar hij moet worden gemonteerd. Leg hem hierbij op de kant
met de lamellen.
De hydraulische aansluitingen aan de zijkant van het toestel hebben geen
dragende functie en mogen dus in geen geval worden gebruikt om het
toestel aan op te hangen.
Het toestel moet perfect waterpas worden gemonteerd. Anders kunnen
er zich luchtbellen vormen in het aggregaat voor warmte-uitwisseling.
Opgelet: gebruik een steeksleutel om de hydraulische
aansluitingen vast te draaien. Zo voorkomt u dat de
collector draait en de warmtewisselaar beschadigd
raakt (figuur 7 )
Ook wanneer u het op het plafond monteert (voor een verticale luchtuitblaas),
moet het toestel perfect waterpas hangen.
Na montage van het toestel kunt u de verstelbare lamellen openen en in
de juiste richting draaien.
È severamente vietata la riproduzione anche parziale di questo manuale / All copying, even partial, of this manual is strictly forbidden
6
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
De luchtverhitters van de reeks AEREO draaien standaard op gesloten,
asynchrone, driefasige motoren met twee snelheden (400/400 V verbinding
Y) of op eenfasige motoren met enkele snelheid.
De motoren van het type 400/400 V -Y zijn uitgerust met een interne
klixon. De keuze van de snelheid gebeurt via een normale ster-
driehoekschakelaar (onderdeel CST), zie figuur 15.
De aansluitklemmen komen in het klemmenbord te zitten, dat zo kan dienen
als seriebeveiliging voor de spoel van een schakelaar (BOVENAAN in het
klemmenbord, figuur 9,10,11).
Mocht u de interne klixon niet gebruiken ter bescherming van de motor, dan
moet u een geijkte motorbeveiliging voorzien met 10-15% meer stroom dan
wat op het typeplaatje van de luchtverhitter staat aangegeven.
Leg altijd eerst de stroom af voor u aan de elektrische verbindingen werkt
en volg steeds de heersende veiligheidsnormen. De bedrading mag enkel
door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
Controleer of de netspanning overeenstemt met wat op het plaatje van het
toestel staat aangegeven.
Volg nauwgezet het elektrische schema dat past bij de manier van
monteren.
Per luchtverhitter die op dezelfde voedingskabel is aangesloten,
moet
een
omnipolaire
overspanningscategorie III worden geïnstalleerd.
Op de tabel van figuur 8 staan de elektrische eigenschappen van de
motoren aangegeven:
VROT
Polariteit van de motor
POWER
Stroomtoevoerspanning
PIN
Geabsorbeerd elektrisch vermogen
I
Geabsorbeerde stroom
IN
De elektrische schema's zijn weergegeven op figuur 9 tot 15:
9) Driehoekaansluiting op het klemmenbord van de 400/400 V-motoren
- Y, hoge snelheid.
10) Steraansluiting op het klemmenbord van de 400/400 V-motoren - Y,
lage snelheid.
11) Aansluiting op het klemmenbord van eenfasemotoren.
12) Elektrisch aansluitingsschema van een eenfasige 230V-motor.
13) Elektrisch aansluitingsschema van een driefasige 400V-motor.
15) Elektrisch aansluitingsschema van een 400/400V-motor, met ster-
driehoekschakelaar (Y
Legende van de elektrische schema's:
CST
Ster-driehoekschakelaar
FL
Smeltveiligheid (NIET MEEGELEVERD)
IL
Lijnschakelaar (NIET MEEGELEVERD)
M
Motor
TA-TA2
Ruimtethermostaat
K
Relais (niet meegeleverd)
Indien u de monofasige luchtverhitters op een driefaselijn
monteert, dient u bij de aansluiting ervan de luchtverhitters zelf
gelijk over de drie fasen verdelen: zo verkrijgt u een evenwichtige
belasting.
7
FUNCTIONELE CONTROLE
- Controleer of de hydraulische aansluitingen waterdicht zijn.
- Indien de luchtverhitter op de muur wordt gemonteerd: controleer de
stevigheid van de bevestigingsbeugels. Indien de luchtverhitter aan het
plafond wordt vastgemaakt: controleer of de kettingen goed vastzitten.
- Kijk na of de bedrading stevig vast zit.
- Verzeker u ervan dat alle lucht meer uit de warmtewisselaar is.
- Richt de verstelbare lamellen zoals u ze wenst en schakel de stroom
aan om te kijken of het toestel werkt.
- Controleer altijd of de draairichting van de ventilator juist is (IN
TEGENWIJZERZIN als u de luchtverhitter langs achteren ziet, figuur 14).
21
netschakelaar
van
NL
AP66000756 - 02