In de schakelschema's worden de volgende afkortingen gebruikt:
BK
Zwart = Hoogste snelheid
BU
Blauw = Tussensnelheid
CN
Fast-on connector
F
Zekering, niet bijgeleverd
GNYE Geel/groen = aarding
IL
Lijnschakelaar, niet bijgeleverd
M
Motor
RD
Rood = Laagste snelheid
WH Wit = algemeen
1
naar bedieningspaneel (accessoire)
6
CONTROLEREN VAN DE WERKING
Controleer of het apparaat horizontaal staat en of de condensafvoer niet wordt
geblokkeerd (gevallen stukjes mortelkalk enz.).
Controleer de afdichting van de hydraulische verbindingen (bij de warmtewisselaar
en de condensafvoer).
Controleer of de elektrische kabels goed zijn aangesloten.
Verzeker u ervan dat alle lucht uit de warmtewisselaar is verwijderd.
Monteer de behuizing (indien nodig).
Zet de stroomtoevoer naar de ventilatorconvector open en controleer de werking.
7
GEBRUIK
Raadpleeg voor het gebruik van de ventilatorconvector de aanwijzingen van het
bedieningspaneel dat gewoonlijk als accessoire is voorzien en dat toegankelijk is door
het deurtje aan de zijkant op te tillen.
De uitblaasroosters kunnen 180° worden gedraaid, zodat de luchtstroom wordt
uitgeblazen in de ruimte of naar de wand waarop ze zijn geïnstalleerd.
De uitblaasroosters en de zijdeurtjes zijn op de behuizing vastgeklemd. Alvorens u
ze demonteert om ze anders te richten, dient u de stroomtoevoer naar de
ventilatorconvector uit te schakelen en veiligheidshandschoenen aan te trekken.
8
ONDERHOUD
LET OP: Onderhoudswerkzaamheden mogen uitsluitend door een door
de constructeur erkend centrum voor assistentie of door gekwalificeerd
personeel worden uitgevoerd.
Om veiligheidsredenen dient u alvorens met onderhouds- of
reinigingswerkzaamheden te beginnen het apparaat uit te schakelen door de
snelheidsschakelaar op "uit" en de lijnschakelaar op "0" (OFF) te zetten.
Let goed op tijdens de onderhoudswerkzaamheden: sommige metalen
onderdelen kunnen letsel veroorzaken; draag daarom veiligheidshandschoenen.
Ventilatorconvectoren uit de serie FA hebben geen speciaal onderhoud nodig. U kunt
volstaan met regelmatig het luchtfilter te reinigen.
Pas na 100 bedrijfsuren zal de frictie waarmee de motor in het begin te maken krijgt
zijn verdwenen.
Start het apparaat de eerste keer op de hoogste bedrijfssnelheid.
Neem voor een gegarandeerd goede werking van de ventilatorconvectoren uit de serie
FA de volgende punten in acht:
- zorg ervoor dat het luchtfilter altijd schoon is;
- giet geen vloeistoffen in het apparaat;
- steek geen metalen onderdelen in het uitblaasrooster;
- zorg ervoor dat de luchtuitvoer en -invoer niet belemmerd worden.
Controleer wanneer u de ventilatorconvector wilt inschakelen en deze lange tijd niet
heeft gebruikt of er geen lucht in de warmtewisselaar aanwezig is.
Alvorens u de koelfunctie gaat gebruiken, dient u het volgende te controleren:
- of de condensafvoer op de juiste wijze plaatsvindt;
- of de ribben van de warmtewisselaar niet worden geblokkeerd door vuil. Reinig deze
eventueel met perslucht of damp met een lage druk, zonder de ribben te
beschadigen.
9
REINIGEN
LET OP: De schoonmaak van de filter mag uitsluitend door een door de
constructeur erkend centrum voor assistentie of door gekwalificeerd personeel
worden uitgevoerd.
Om veiligheidsredenen dient u alvorens met onderhouds- of
reinigingswerkzaamheden te beginnen het apparaat uit te schakelen door de
snelheidsschakelaar op "uit" en de lijnschakelaar op "0" (OFF) te zetten.
Reinig het luchtfilter ten minste een keer per maand en voorafgaand aan elke
gebruiksperiode (voor elke verhittingsperiode en elke airconditioningsperiode).
Ga bij het reinigen van het luchtfilter als volgt te werk:
- verwijder het luchtfilter op de wijze die wordt aangegeven op afbeelding 6 op pagina
19;
- reinig het filter met lauw water of, in geval van droge stof, met perslucht;
- plaats het filter weer nadat u het hebt laten drogen.
Het is raadzaam het luchtfilter jaarlijks te vervangen. Gebruik daarvoor ook een
origineel exemplaar. De modelaanduiding van de ventilatorconvector is vermeld op
het identificatieplaatje op de zijkant binnenin.
Indien de behuizing moet worden gereinigd, ga dan als volgt te werk:
- gebruik een zachte doek;
- giet nooit vloeistoffen op het apparaat, omdat daardoor gevaar voor elektrische
schokken en beschadiging van de interne onderdelen bestaat;
- gebruik nooit agressieve chemische oplosmiddelen; reinig het uitblaasrooster nooit
met heet water.
È severamente vietata la riproduzione anche parziale di questo manuale / All copying, even partial, of this manual is strictly forbidden
10
OPSPOREN VAN STORINGEN
Als de ventilatorconvector niet goed functioneert, voer dan de controles in de
onderstaande tabel uit alvorens de hulp van de servicedienst in te roepen. Mocht het
probleem niet kunnen worden verholpen, wend u dan tot uw verkoper of tot de
servicedienst.
Probleem
Oorzaak
De ventilatorconvector werkt
1 De stroom ontbreekt
niet
2 De differentieelschakelaar
is gesprongen
3 De aan-/uitschakelaar staat
op 0
De ventilatorconvector
1 Het luchtfilter is vuil of
verwarmt of koelt weinig
verstopt
2 De aanzuiging of de afvoer
van de lucht wordt
belemmerd.
3 Er zit lucht in de
warmtewisselaar
4 Er staan ramen en deuren
open.
5 De lage bedrijfssnelheid is
ingesteld.
1 Het apparaat is niet
De ventilatorconvector
waterpas gemonteerd.
"verliest" water
2 De condensafvoer zit
verstopt
15
Oplossing
1 Geef weer stroom.
2 Vraag om een ingreep van de
installateur
3 Start het apparaat door de
schakelaar op I te zetten.
1 Maak het luchtfilter schoon.
2 Verwijder het obstakel
3 Vraag om een ingreep van de
installateur
4 Doe deuren en/of ramen
dicht.
5 Stel de midden of hoge
snelheid in.
1 Vraag om een ingreep van de
installateur
2 Vraag om een ingreep van de
installateur
NL
FC66000455 - rev. 03