Stanley STHT1-77366 Manual Del Usuario página 55

Ocultar thumbs Ver también para STHT1-77366:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 34
2. Laat uw apparaat rusten op een vlakke, harde
ondergrond, zoals een tafelblad. Houd uw
apparaat vervolgens verticaal en richt het op
twee voorwerpen die zich op verschillende
afstanden bevinden, bijvoorbeeld de hoek van
een deuropening. Verzeker u ervan dat het meest
dichtsbijzijnde voorwerp een verticale rand heeft.
• De afstand tussen de twee voorwerpen moet
minimaal 5 meter (15 voet) zijn.
• U kunt bijvoorbeeld de verticale rand van een
open deur van een kamer en de muur erachter
gebruiken.
3. Draai uw apparaat langzaam om de puntzoeker
voorbij de verticale hoek te bewegen
controleer of de afstandsmeting
als de puntzoeker in het midden van het scherm
naar de verticale hoek beweegt.
4. Als de meting verandert op het punt waar de
puntzoeker van en naar de verticale hoek beweegt,
dan is uw laser juist uitgelijnd. Als dit niet gebeurt
op het juiste punt, tik dan op de zwarte pijlen links
3
en rechts
om het punt aan te passen.
5. Draai uw apparaat horizontaal en houd het gericht
op dezelfde voorwerpen en herhaal stappen 3 en
4 om de laser horizontaal uit te lijnen.
Om de uitlijning op te slaan, tik op Gereed.
Opmerking: Op het INSTELLINGEN scherm kunt u de
gewenste maateenheid voor metingen selecteren.
Ga terug naar het hoofdmenu door op Terug te tikken.
Meten met uw Smart Measure Pro
Metingen die genomen worden met uw Smart
Measure Pro zijn bedoeld voor schattingen. Omdat
deze metingen afhankelijk zijn van de invoer van de
gebruiker, raden wij aan om eerst bekend te raken
met het meetproces en de techniek te oefenen
voordat u de meetresultaten gebruikt die u heeft
verkregen met uw instrument.
Om accuraat metingen uit te voeren met uw Smart
Measure Pro, dient u zich ervan te verzekeren dat:
1. Uw doel een vlakke oppervlakte is en u op dat
vlak wilt meten.
2. Uw doel is een rechthoek of bevat een
rechthoekige vorm (om te ondersteunen met het
uitlijnen van de afbeelding).
3. Uw laser (aangeduid door de puntzoeker op het
scherm) is gericht op uw doel. De puntzoeker
moet gericht zijn op een stabiel oppervlak en niet
op een raam of andere reß ecterende oppervlaktes.
4. U staat zo recht mogelijk tegenover het meetdoel.
Wij verwijzen u naar de volgende Optimale afstanden
en posities als u een Smart Measure foto neemt.
1
en
2
verandert
U kunt een voorwerp of meerdere voorwerpen
niet meten als deze zich op verschillende vlakken
bevinden. Hieronder enkele voorbeelden:
X
De zijkant
van het huis
en het dak
bevinden
zich op
verschillen-
de vlakken,
dus mee-
tresultaten
zullen
incorrect
zijn.
Een foto maken van het te meten voorwerp
1. Richt uw apparaat op het voorwerp dat u wilt
opmeten, en verzeker u ervan dat de puntzoeker
op het meetdoel is gericht.
• Het hele voorwerp moet op dezelfde
oppervlakte of in het zelfde vlak bevinden
zoals hierboven uitgelegd.
• Verzeker u ervan dat de puntzoeker op een
stabiele oppervlakte staat en niet op een
raam, gat of reß ecterende oppervlakte.
• Gebruik de zoom slider om een beter zich op
de puntzoeker locatie op uw doel te krijgen, of
als u zich op een afstand van uw doel bevindt.
• Verzeker u ervan dat u recht mogelijk
tegenover het doel staat.
2. Tik op de Foto knop op het scherm om een foto
te nemen.
3. Tik op de kleine preview om de foto die u zojuist
gemaakt heeft weer te geven en naar de
meetmodus te gaan (ook wel Edit (bewerken)
modus genoemd).
Optimale afstanden en posities
Nauwkeurigheid
X
De zijkant
De zijkant
De zijkant
van het
van het huis
van het huis
huis is op
is geheel
dat wordt
een andere
op dezelfde
gemeten,
vlak, dus de
hoogte, dus
bevindt zich
meetresul-
metingen
in zijn geheel
taten zullen
zullen cor-
op dezelfde
incorrect
rect zijn.
vlakte, dus de
zijn.
meetresul-
taten zullen
correct zijn.
55

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido