Bij alle elektrische apparaten kunnen storingen optreden. Daarbij hoeft het niet te gaan om een
defect aan het apparaat. Controleer daarom aan de hand van de lijst, of de storing verholpen kan
worden.
Probleem
Apparaat werkt niet. Stroomvoorziening niet aan-
Apparaat vertoont
schade (bijv. scheu-
ren, aansluitkabel
defect).
Voeding wordt niet
warm.
Voeding wordt
te warm.
Spanningsvoorziening: 220-240 V
Vermogen:
Beschermgraad:
Beschermklasse:
7. Oplossen van problemen
Oorzaak
wezig.
De automatische uitschake-
ling (thermostaat) is nog
actief.
Overtemperatuurzekering
werd geactiveerd.
Mechanische inwerking.
Apparaat is uitgeschakeld.
Geen water in de flessen-
warmer 6.
Te veel water in de flessen-
warmer 6.
8. Technische gegevens
~
/ 50-60 Hz
500 W
I
IPX0
Controleer, of de stekker in een contactdoos zit.
Zekering in de groepenkast in de woning contro-
leren.
15 minuten wachten tot het apparaat is afge-
koeld en daarna opnieuw proberen.
Stekker uit de contactdoos trekken. Contact
opnemen met service-adres (zie „Contact
addresses" op pagina 123).
Stekker uit de contactdoos trekken. Contact
opnemen met service-adres (zie „Contact
addresses" op pagina 123).
Schakel het apparaat in, door de startknop 5
kort in te drukken tot de lichtring 4 brandt (zie
„5.1 Babyvoeding verwarmen" op pagina 55).
Vul water in de flessenwarmer 6 (zie
„5.1 Babyvoeding verwarmen" op pagina 55).
zie "5.1 Babyvoeding verwarmen" op pagina 55.
59
Oplossing
N
L