RELAY-Schakelaar -2-
Zet de 'RELAY' schakelaar op 'ON' en het relais van de accuwachter wordt ingeschakeld.
De verbruikers welke aangesloten zijn op de '+CONSUMERS' aansluiting worden nu,
onafhankelijk van de stand van de 'PANEL' schakelaar, verbonden met de lichtaccu.
Ontlaadbeveiliging
Indien door ontlading de spanning van de lichtaccu is gedaald tot 10,5 Volt resp. 22 Volt
wordt het relais uitgeschakeld. Hiermee wordt voorkomen dat de verbruikers de lichtaccu
ontoelaatbaar ontladen. Zodra de accuspanning weer gestegen is tot 11,5 Volt resp. 23,5
Volt wordt het relais weer ingeschakeld.
Of het relais in- of uitgeschakeld is wordt aangegeven door de LED 'RELAY'.
N.B. De ontlaadbeveiliging kan niet worden afgezet.
Automatische druppellader
Indien een acculader/omvormer is aangesloten op de lichtaccu kan de acculader ook de
onderhoudslading voor de boegschroef- en de startaccu verzorgen (druppellading).
Als de spanning van de lichtaccu hoger is dan 13,2 V wordt de druppellader ingeschakeld.
Als de spanning van de lichtaccu is gedaald tot onder de 12,2 V wordt de druppellader
weer uitgeschakeld.
ALARM-Schakelaar -3-
Met de schakelaar 'ALARM' kan worden ingesteld of de zoemer wel of g0en alarm zal
geven tijdens signalering van onderspanning van een of meerdere van de accu's.
BATTERY SELECT Schakelaar -4-
Met de schakelaar 'BATTERY SELECT' kan de weergave van de spanning van een accu
worden vastgehouden. Een de LED's 'LIGHT', 'START' of 'THRUSTER' licht op om aan te
geven van welke accu de spanning wordt weergegeven.
ALARM-LED -5-
Deze LED geeft aan of de spanning van een of meerdere van de accu's is gedaalt tot 11
Volt resp. 22,5 Volt.
RELAY-LED -6
Deze LED geeft aan dat het relais dat de verbruikers met de lichtaccu verbindt ingescha-
keld is.
ALTERNATOR-LED -7
Deze LED geeft aan dat de dynamo de accu's oplaadt.
De accuwachter is vrij van enig onderhoud.
4
090303.03
Accuwachter BW312A / BW324A