■
Laad een accupack nooit onmiddellijk na de
snellaadprocedure voor de tweede keer op. Een
accupack kan te ver worden doorgeladen, wat
de levensduur van de accu en de lader reduceert.
♦
Schakel de oplader tussen twee opeenvolgende
laadprocessen minstens 15 minuten uit. Haal
daartoe de stekker uit het stopcontact.
Toestand van de accu controleren
♦
Druk voor controle van de accutoestand op de
toets Accutoestand
ding).
De toestand resp. de resterende capaciteit wordt
met de accu-display-LED
♦
ROOD/ORANJE/GROEN = maximale lading
ROOD/ORANJE = middelhoge lading
ROOD = zwakke lading – accu opladen
Onderhoud en opslag
■
Als u de accu langere tijd niet gebruikt, haal dan
de accu uit het apparaat en berg de accu op een
schone, droge plek op waar geen rechtstreeks
zonlicht binnenkomt.
■
Als een lithium-ionaccu langere tijd moet worden
opgeslagen, moet de laadtoestand periodiek
worden gecontroleerd. De optimale laadtoestand
PAP 20 A1
(zie ook de hoofdafbeel-
als volgt aangegeven:
NL│BE
69
■
│