Led "L1" knipperen, laat de toets los;
05. Door kort indrukken van de toets "" of "" verplaatst u de knipperende
Led (L1...L6) naar de positie die u wilt programmeren; ga voor iedere af-
zonderlijke positie te werk zoals beschreven bij stap 05 van de handmatige
zelflering (paragraaf 3.7.2).
Herhaal deze handeling voor alle andere posities die u wilt veranderen.
Om de handmatige zelflering af te sluiten, drukt u meerdere malen op de toets
"", om de knipperende Led tot voorbij de positie L6 te verplaatsen.
3.8 - Controle van de beweging van de vleugels van de poort
Het wordt aangeraden om de besturingseenheid na afloop van de zelfleringfase
enkele openings- en sluitmanoeuvres uit te laten voeren, om te controleren of
de beweging van de poort correct is en om eventuele montage- en afstelfouten
te corrigeren.
01. Druk op de toets "Open". Controleer of het faseverschil van de vleugels
in de openingsbeweging correct is en controleer of er gedurende de ope-
ningsmanoeuvre een versnellingsfase, een fase met constante snelheid,
een vertragingsfase is. Na afloop van de manoeuvre moeten de vleugels
op enkele centimeters van de mechanische stop van de openingsbewe-
ging tot stilstand komen;
02. Druk op de toets "Close" en controleer of er gedurende de sluitmanoeuvre
een versnellingsfase, en fase met constante snelheid en een vertragings-
fase is. Controleer of het faseverschil van de vleugels in de sluitbeweging
cor rect is. Na afloop moeten de vleugels perfect gesloten zijn op de me-
chanische sluitstop;
03. Controleer gedurende de manoeuvres of het knipperlicht knippert met tus-
senpozen van 0,5 seconde bij brandend knipperlicht en van 0,5 seconden
bij gedoofd knipperlicht.
Led
Functie
Automatische
L1
sluiting
L2
Sluit na foto
L3
Sluit altijd
Stand by
L4
(alle)
Elektrisch slot /
L5
Gebruikerslicht
L6
Voorwaarschuwing
"Sluit" wordt "Open
L7
gedeeltelijk 1"
"Lampje poort open" /
L8
"Lampje onderhoud"
01
Houd de toets "Set" circa 3 seconden ingedrukt;
02
Laat de toets los wanneer de Led "L1" begint te knipperen;
Druk op de toets "" of "" om de knipperende Led te verplaatsen naar de Led die de te wijzigen functie vertegenwoor-
03
digt;
04
Druk op de toets "Set" om de status van de functie te veranderen: (kort knipperen = OFF - lang knipperen = ON);
05
Wacht 10 seconden (maximumtijd) om de programmering af te sluiten.
Opmerking – Om andere functie op "ON" of "OFF" te programmeren dient u, gedurende het uitvoeren van de procedure de punten 03 en 04 gedurende de
fase zelf te herhalen.
TABEL 5 - Functies eerste niveau
• Functie ACTIEF: na een openingsmanoeuvre wordt een pauze ingelast (waarvan de duur gelijk is aan de geprogrammeerde Pauzetijd) nadat
deze tijd is verstreken, start de besturingseenheid automatisch een sluitmanoeuvre. De fabriekswaarde van de Pauzetijd is 30 sec.
• Functie NIET ACTIEF: de werking is van het "semi-automatische" type.
• Functie ACTIEF: indien gedurende de openings- of sluitmanoeuvre de fotocellen in werking treden, wordt de pauzetijd gereduceerd tot 5 sec.
onafhankelijk van de geprogrammeerde pauzetijd.
• Met gedeactiveerde "automatische sluiting" wordt, indien gedurende het sluiten de fotocellen in werking treden, de "automatische sluiting" met
de geprogrammeerde "pauzetijd" geactiveerd.
• Functie ACTIEF: in het geval van een stroomuitval, ook indien deze van korte duur is, zal de besturingseenheid bij het terugkeren van de stroom
een geopende poort detecteren en automatisch een sluitmanoeuvre starten, voorafgegaan door 5 sec. voorwaarschuwing.
• Functie NIET ACTIEF: bij het terugkeren van de stroom blijft de poort waar hij is.
• Functie ACTIEF: na 1 minuut na het eind van een manoeuvre schakelt de besturingseenheid de uitgang "BlueBus" (de aangesloten apparaten),
BusT4 (de aangesloten apparaten), de uitgangen FLASH, ELS en SCA, enkele interne circuits en alle leds uit, behalve de led BlueBus die lang-
zamer gaat knipperen. Vervolgens hervat het systeem de normale werking bij het eerste commando dat de besturingseenheid ontvangt (met een
korte vertraging). Deze functie heeft tot doel het energieverbruik te beperken (een belangrijk aspect als de voeding via batterijen of met fotovolta-
ische panelen plaatsvindt).
• Functie ACTIEF: de uitgang "elektrisch slot2 schakelt zijn functie om naar "gebruikerslicht".
• Functie NIET ACTIEF: de uitgang werkt als elektrisch slot.
• Functie ACTIEF: het is mogelijk een pauze van 3 seconden in te lassen tussen de inschakeling van het knipperlicht en het begin van de ma-
noeuvre, om op tijd te waarschuwen voor een gevarensituatie.
• Functie NIET ACTIEF: de signalering van het knipperlicht valt samen met het begin van de manoeuvre.
• Functie ACTIEF: de ingang "Close" van de besturingseenheid schakelt zijn werking om naar "Open Gedeeltelijk 1".
• Functie ACTIEF: de uitgang 2lampje poort open" van de besturingseenheid schakelt zijn werking om naar "lampje onderhoud".
• Functie NIET ACTIEF: de uitgang werkt als "lampje poort open".
TABEL 6 - Procedure voor programmering eerste niveau
4
EINDTEST EN INBEDRIJFSTELLING
Dit zijn de belangrijkste fasen bij de aanleg van de automatisering teneinde een
zo groot mogelijke veiligheid van de installatie te garanderen. De eindtest kan
ook gebruikt worden om de inrichtingen, waaruit de automatisering is opgebo u-
wd, periodiek te controleren. De fasen van de eindtest en de inbedrijfstelling van
de automatisering moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd en ervaren
personeel dat dient te bepalen welke tests in functie van de bestaande risico's
noodzakelijk zijn en te controleren of de wettelijke voorschriften, normen en re-
gels en met name alle vereisten van norm EN 12445, die de testmethodes vo or
de controle van automatiseringen voor poorten bepaalt, in acht genomen zijn.
De extra inrichtingen moeten worden onderworpen aan een specifieke eind-
test, zowel voor wat betreft de werking als voor wat betreft de juiste interactie
met de MC824L; raadpleeg de instructiehandleidingen van de afzonderlijke in-
richtingen.
4.1 - Eindtest
De hierna beschreven handelingen die moeten worden uitgevoerd voor de
eindtest hebben betrekking op een typische installatie (afb. 2a):
1 Controleer of alle aanwijzingen uit het hoofdstuk "Aanbevelingen voor de
installatie" strikt in acht zijn genomen.
2 Deblokkeer de reductiemotors voor de handbediende manoeuvre zoals be-
schreven in de betreffende instructiehandleiding. Druk op de vleugel op het
punt dat is aangewezen voor de handbediende manoeuvre en controleer of
het mogelijk is de vleugel te openen en te sluiten met een kracht van minder
dan 390 N.
3 Blokkeer de reductiemotors (zie de betreffende instructiehandleiding).
4 Gebruik de bedieningsinrichtingen (zender, bedieningsknop, sleutelschake-
laar etc.) om de tests voor openen, sluiten en stoppen van de poort uit te
voeren en verzeker u ervan dat de beweging van de vleugels zoals voorzien
is. Het is goed om meerdere tests uit te voeren om de beweging van de
Beschrijving
3 s
SET
L1
SET
/
SET
10 s
Nederlands – 5