F
F
GB
GB
D
D
E
E
I
I
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Draag een lange broek van dikke stof, veiligheids-
■
schoeisel met antislipzolen en handschoenen.
Draag geen korte broek of sandalen en werk nooit
blootsvoets met uw grasschaar.
Gebruik dit apparaat niet op plaatsen waar u geen
■
goed zicht hebt. Zorg dat uw werkplek goed verlicht is
(met daglicht of kunstlicht).
Zorg dat u altijd uw evenwicht kunt bewaren en
■
gebruik het apparaat niet op een onstabiele
ondergrond. Ga altijd stevig op uw benen staan en
reik niet te ver weg met uw arm. Gebruik dit apparaat
niet op een ladder.
Gereedschap mag u niet overbelasten. Het apparaat
■
zal veiliger en zekerder werken als u het gebruikt op
het toerental waarvoor het ontworpen is.
Laat de trekker los, wacht tot de motor geheel
■
stilstaat en verwijder daarna de accu voordat u het
apparaat gaat reinigen, repareren of afstellen.
Gebruik de grasschaar alleen om gras te knippen of
■
om dunne planten te snoeien. Gebruik het apparaat
niet voor andere doeleinden.
Controleer of het blad nergens mee in aanraking is
■
voordat u het apparaat inschakelt.
Als de grasschaar een obstakel raakt of er iets het
■
blad blokkeert, stop het apparaat dan onmiddellijk,
verwijder de accu en controleer of geen onderdelen
beschadigd zijn. Gebruik het apparaat niet meer
totdat de noodzakelijke reparaties zijn uitgevoerd.
Gebruik het apparaat niet als bepaalde onderdelen
niet goed meer bevestigd zijn of beschadigd zijn.
Houd uw gereedschap in goede staat van werking.
■
Zorg ervoor dat het blad niet bevuild is en goed
scherp is, zodat het apparaat naar behoren kan
werken en veilig kan worden gebruikt. Smeer de
accessoires en vervang ze volgens de voorschriften.
Zorg dat het apparaat altijd schoon en droog blijft en
vrij van olie of vet is.
Controleer of geen enkel onderdeel beschadigd is.
■
Controleer voordat u het gereedschap verder gebruikt
of een eventueel beschadigd onderdeel kan blijven
werken of zijn functie kan blijven vervullen. Controleer
de uitlijning van de bewegende delen. Kijk of er geen
onderdelen gebroken zijn. Controleer de montage en
alle andere elementen die de goede werking van het
gereedschap kunnen beïnvloeden. Beschadigde
onderdelen mogen alleen door een erkend Ryobi
servicecentrum hersteld of vervangen worden,
behalve als dat anders is aangegeven in deze
gebruikershandleiding.
NL
NL
P
P
S
S
DK
DK
N
N
FIN GR HU
FIN GR HU
CZ RU
CZ RU
Nederlands
Houd uw handen weg bij het snoeiblad om te
■
voorkomen dat u letsel oploopt. Doe geen pogingen
om afgeknipt materiaal weg te trekken en probeer
niet om het te knippen materiaal vast te houden als
het snoeiblad beweegt. Zorg dat u eerst de accu
verwijdert en de drukschakelaar loslaat voordat u iets
probeert weg te halen dat in het snoeiblad is komen
vast te zitten. Zorg dat u het apparaat niet beetpakt
aan het snoeiblad.
LET OP
Door inertie beweegt het zaagblad nog enkele
ogenblikken
gereedschap.
Houd uw handen, gezicht en voeten uit de buurt van
■
de bewegende onderdelen. Probeer het blad niet aan
te raken of te stoppen wanneer het beweegt.
Zet altijd de motor stop als u niet aan het maaien
■
bent of als u zich verplaatst van de ene plek naar de
andere plek.
Zorg dat er zich geen afsnijdsel of andere stoffen
■
ophopen in het apparaat. Deze zouden het blad
kunnen gaan blokkeren.
Berg uw apparaat op een droge plaats op, hoog
■
boven de grond of achter slot en grendel om
onbevoegd gebruik of beschadiging te voorkomen.
Zorg dat uw apparaat buiten het bereik van kinderen
en onervaren personen wordt opgeborgen.
Plaats de bladbeschermer over het blad als u de
■
grasschaar niet gebruikt.
Dompel het apparaat nooit in water of enige andere
■
vloeistof en spuit het niet af. Zorg ervoor dat de
handgrepen altijd droog en schoon blijven, zonder
afsnijdsel. Reinig het apparaat na elk gebruik. Lees de
aanwijzingen in het hoofdstuk "Grasschaar wegbergen".
Zorg dat u het apparaat goed vastzet voordat u het
■
gaat vervoeren.
Bewaar deze voorschriften zorgvuldig. Sla ze regelmatig
■
op en gebruik ze om eventuele andere gebruikers op de
hoogte te stellen. Als u dit apparaat uitleent, geef er dan
ook deze gebruikershandleiding bij.
REPARATIES
Reparaties mogen alleen door vakbekwame
■
personen worden uitgevoerd. Als onderhoud of
reparatiewerk door onbekwame personen wordt
uitgevoerd, bestaat er gevaar voor ernstig lichamelijk
letsel of beschadiging van het apparaat. Niet naleving
van dit voorschrift maakt dat uw garantie zijn
geldigheid verliest.
34
RO PL SLO HR TR EST LT
RO PL SLO HR TR EST LT
na
uitschakeling
LV
LV
SK BG
SK BG
van
het