• Waarborg vóór iedere meting dat het te controleren bereik
(bijv. leiding), het testapparaat en het toegepaste toebehoren
(bijv. aansluitleiding) in optimale staat verkeren. Test het apparaat
op bekende spanningsbronnen (bijv. 230 V-contactdoos voor
de AC-controle of de autoaccu voor de DC-controle).
• De verbinding van het apparaat naar alle stroombronnen en
meetkringen moet worden onderbroken voordat u de afdekking
opent om de batterij(en) / zekering(en) te vervangen.
• Neem de veiligheidsvoorschriften van lokale resp. nationale
instanties voor het veilige en deskundige gebruik van
het toestel in acht en draag eventueel voorgeschreven
veiligheidsuitrusting (bijv. elektricien-handschoenen).
• Het apparaat mag niet langer dan 30 seconden tegen
spanning worden aangelegd.
• Het apparaat is niet bestemd voor continugebruik zonder
toezicht.
• Grijp de meetpunten alleen vast aan de handgrepen.
De meetcontacten mogen tijdens de meting niet worden
aangeraakt.
• Voer werkzaamheden in gevaarlijke nabijheid van elektrische
installaties niet alleen uit en uitsluitend volgens de instructies
van een verantwoordelijke elektromonteur.
Aanvullende opmerking voor het gebruik
Neem bij werkzaamheden aan elektrische installaties altijd
de van toepassing zijnde technische veiligheidsregels in acht,
onder andere: 1. Vrijschakelen, 2. Tegen hernieuwd inschakelen
beveiligen, 3. Spanningsvrijheid tweepolig controleren,
4. Aarden en kortsluiten, 5. Aangrenzende, spanningvoerende
onderdelen beveiligen en afdekken.
Veiligheidsinstructies
Omgang met kunstmatige, optische straling OStrV
(verordening inzake kunstmatige optische straling)
Uittree-opening led (zie afbeelding A)
• Het apparaat werkt met leds uit de risicogroep RG0
(vrij van gevaar) overeenkomstig de geldende normen
voor fotobiologische veiligheid (EN 62471:2008-09vv /
IEC/TR 62471:2006-07vv) in de telkens actuele lezing.
• De toegankelijke straling van de leds is bij doelmatig gebruik
en onder redelijkerwijs te voorziene voorwaarden ongevaarlijk
voor het menselijk oog en de menselijke huid.
• Tijdelijke, irriterende optische uitwerkingen (bijv. verblinding,
flitsblindheid, nabeelden, belemmeringen van het kleurenzien)
kunnen niet helemaal worden uitgesloten, in het bijzonder
bij weinig omgevingslicht.
• Kijk niet langer met opzet in de stralingsbron.
• Er is geen onderhoud vereist om de grenswaarden van de
risicogroep RG0 te waarborgen.
ActiveMaster
17
NL