Het bedrijf van de stoommachine
1. Tijdens de gehele bedrijfstijd altijd de stoomdruk en het waterpeil in de
gaten houden. Het bedrijf van een stoommachine zonder water leidt
binnen korte tijd tot beschadigingen.
2. Nooit het veiligheidsventiel manipuleren (handmatig vasthouden, met
een gewicht veranderen).
3. Stoomventiel openen.
Ontluchtingsventiel naar
"ketelvoeding" omschake-
len.Voor het aanlopen
van de aandrijving het
vliegwiel een zetje geven.
Hierbij altijd op de
draairichting letten!
4. In het bedrijf waarbij water bijgevuld
wordt het ontluchtingsventiel zo
instellen, dat de door de pomp gev-
raagde vloeistof direct in de ketel
gepompt wordt. De pomp is zo
geconstrueerd dat de ketel eigenlijk
niet te vol kan worden. Niettemin
dient men de waterstand voort-
durend te controleren! Zonder de
voorbereiding voor het navullen van
water loopt de pomp overigens ook
continu mee. Let er op dat ook in dit
geval het ontluchtingsventiel in de
stand "ketelvoeding" staat.
Tip: onafhankelijk van het bedrijf met of zonder waterbijvulling dient de
slang aan de pomp te zijn gemonteerd en een bakje gereed te staan,
omdat in het begin van het opstoken van de ketel het eventueel uitsto-
mende water opgevangen kan worden.
5. Indien de stoomdruk te sterk daalt, blijft de aandrijving stilstaan. Sluit in
dat geval het stoomventiel en wacht tot er weer voldoende stoomdruk
is opgebouwd.
6. Door aan het ventiel van de stoomfluit te
draaien kan de fluit in werking worden gesteld.
Deze heeft een minimale werkdruk van 1 bar
nodig.
7. Bij een stoomdruk van 2,2 bar spreekt het veiligheidsventiel aan.
Voorzichtig: verbrand u niet aan de hete stoom die ontsnapt uit het
ventiel! Mogelijkheden om de stoomdruk te reduceren:
1. Stoomaandrijving inschakelen.
2. Stoomfluit laten klinken.
3. Brander uit de branderruimte
nemen/vlammen doven. Dit kan
met behulp van het meegeleverde
deksel gebeuren. Dit pas gebruiken
als maatregel 1. en 2. geen uit-
komst bieden. Tip: gebruik een
platte-bektang als "handvat verlen-
ging" als u voor het doven van de
vlammen in de branderruimte het
deksel gebruikt.
8. Pas op gevaar voor brandwonden! Uit alle ventielen kan tijdens het
bedrijf voortdurend stoom of heet water ontsnappen.
9. De bedrijfstijd van de stoommachine bedraagt ongeveer 15 – 20 minuten.
Tijdens de bedrijfstijd nooit de smeerbussen met stoomolie bijvullen
(=> pagina 9 punt 8).
33