Informatie Van Het Voorbeeld - marklin BR 50 Manual Del Usuario

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 16
Informations concernant la locomotive réelle
En tant que dernière «Locomotive à vapeur» dite «aux composants
partagés», c'est peu de temps avant le début de la deuxième guerre
mondiale que furent créées les machines de la Série 50. En avril
1937, le Ministère des transports du Reich (RVM) donna mission à
l'administration centrale de la Reichsbahn (RZA) de concevoir une
locomotive puissante pour trains de marchandises circulant sur des
lignes secondaires, entre autres en remplacement de la locomotive
à vapeur pour train de marchandises Eh2, de la Série 57.10-40 (G 10
prussienne). Elle devait tirer dans la plaine un train de marchandises
de poids moyen, être capable d'emprunter des voies courbes d'un
rayon de 140 m et pouvoir également être mise en œuvre sans
difficultés, avec une masse par essieu d'environ 15 t, sur des lignes
secondaires avec un matériel de voie léger. La vitesse maximale de
80 km/h apparut suffisante. Dans la mesure où dans de nombreuses
gares terminales, soit aucune plaque tournante n'était disponible,
soit celles-ci étaient trop courtes, la machine devait fonctionner à
la même vitesse dans les deux sens. C'est la raison pour laquelle
il fut prévu d'équiper le tender d'une paroi de protection en vue de
protéger le personnel de conduite de la locomotive au moment de la
marche arrière.
L'administration centrale de la Reichsbahn prévit tout d'abord une
locomotive 1'D (Série 46), car on doutait de l'aptitude d'une la 1'E à
garantir aussi bien la grande vitesse exigée en marche arrière que
la puissance nécessaire au crochet de traction. Avec cette machi-
ne, les charges d'essieu exigées ne pouvaient toutefois pas être
atteintes et c'est ainsi qu'il ne restait que la possibilité de construire
une locomotive à cinq essieux accouplés avec essieu monté avant.
La Série 50 ainsi créée allait ensuite devenir la construction la plus
heureuse de la Deutsche Reichsbahn, car la machine qui dévelop-
pait environ 1.600 CV et qui avait une rapidité d'environ 80 km/h est
rapidement devenue une locomotive susceptible d'être mise en
œuvre de manière universelle, robuste et fiable.
All manuals and user guides at all-guides.com

Informatie van het voorbeeld

De machines van de serie 50 ontstonden kort voor het begin van
de Tweede Wereldoorlog als laatste zogenaamde "eenheids-
stoomlocs". In april 1937 ontving het Reichsbahn-Zentralamt
(RZA) van het Reichsverkehrs-Ministerium (RVM) de opdracht
om een krachtige goederenlocomotief voor nevenlijnen te ont-
werpen. Deze moest onder andere de Eh2-goederenstoomlocs
van de serie 57.10-40 (Pruisische G 10) gaan vervangen. De
loc moest op het vlakke land een middelzware goederentrein
kunnen trekken, bogen met een straal van 140 m doorrijden en
met een belasting per as van ongeveer 15 ton ook probleemloos
inzetbaar zijn op nevenlijnen met een lichte bovenbouw. Een
maximumsnelheid van 80 km per uur zou voldoende zijn. Omdat
op veel kopstations ofwel helemaal geen draaischijven ofwel te
korte draaischijven aanwezig waren, moest de machine echter
in beide richtingen dezelfde snelheid kunnen ontwikkelen. Daa-
rom werd de tender van een wand voorzien, die het locpersoneel
bij het achteruitrijden bescherming moest bieden.
Het RZA plande in eerste instantie een 1'D-locomotief (serie 46),
omdat men een 1'E noch de vereiste achteruitrijsnelheid, noch
het vereiste vermogen aan de trekhaak toevertrouwde. Met deze
machine was het echter niet mogelijk om binnen de voorgeschre-
ven belasting per as te blijven, dus bleef alleen de constructie van
een vijfvoudig gekoppelde machine met vooras over.
En zo leverde Henschel van april tot juli 1939 de eerste twaalf
locomotieven met stalen vuurkist, een ketel van gelegeerd staal,
een tweecilinder-oververhitteraandrijving met Wagner-overver-
hitter en een keteldruk van 16 bar. De zon ontstane serie 50 zou
al snel als de meest succesvolle constructie van de Deutsche
Reichsbahn worden, want de 80 km per uur rijdende machine
met een vermogen van 1.600 pk ontwikkelde zich ras tot een uni-
verseel inzetbare, onverwoestbare en betrouwbare locomotief.
5

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

37837

Tabla de contenido