Dts Digital Surround; Oplossing Van Problemen - Denon AVR-1404 Instrucciones De Operación

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 115

DTS Digital Surround

Digital Theater Surround (ook gewoon DTS genoemd) is een meerkanaals digitaal signaalformaat dat werd
ontwikkeld door Digital Theater Systems.
DTS biedt dezelfde "5.1" weergavekanalen als Dolby Digital (links voor, rechts voor en midden, surround links
en surround rechts), alsook de 2-kanaals stereostand. De signalen voor de verschillende kanalen zijn volledig
onafhankelijk, waardoor het risico op vermindering van de geluidskwaliteit als gevolg van interferentie tussen
signalen, overspraak, enz. wordt vermeden.
DTS heeft in vergelijking met Dolby Digital een hogere bitsnelheid (1234 kbps voor CD's en LD's, 1536 kbps voor
DVD's) en werkt dus met een relatief lage compressieverhouding. Daardoor is het aantal data groot, en bij gebruik
van DTS-weergave in bioscopen wordt een afzonderlijke, met de film gesynchroniseerde CD-ROM afgespeeld.
Bij LD's en DVD's is een extra disc uiteraard overbodig; de beelden en het geluid kunnen tegelijkertijd op dezelfde
disc worden opgenomen, zodat de discs op dezelfde manier kunnen worden behandeld als andere discformaten.
Er zijn ook muziek-CD's opgenomen in DTS. Deze CD's bevatten 5.1-kanaals surroundsignalen (tegenover 2
kanalen op gewone CD's). Zij bevatten geen beeldgegevens, maar maken surroundweergave mogelijk op CD-
spelers die zijn uitgerust met digitale uitgangen (digitale uitgang van het PCM-type vereist).
DTS-surroundweergave brengt de complexe en hoogwaardige bioscoopklank direct in uw huiskamer.
2
DTS-compatibele media en weergavemethoden
Logo's die de compatibiliteit met DTS aangeven:
Hierna volgen algemene voorbeelden. Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van de speler.
Media
DTS Digital-uitgangsaansluitingen
Optische of coaxiale digitale uitgang
CD
(zelfde als voor PCM)
Optische of coaxiale digitale uitgang
LD (VDP)
(zelfde als voor PCM)
Optische of coaxiale digitale uitgang
DVD
(zelfde als voor PCM)
1 DTS-signalen worden op dezelfde manier op CD's en LD's opgenomen als PCM-signalen. Daardoor
worden ongecodeerde DTS-signalen weergegeven als een scherp rondomgeluid via de analoge uitgangen
van de CD- of LD-speler. Als dit geluid wordt weergegeven met een zeer hoog versterkervolume, kan dit
de luidsprekers beschadigen. Stel om dit te voorkomen de ingangsstand in op "AUTO" of "DIGITAL"
alvorens in DTS opgenomen CD's of LD's weer te geven. Verander de ingang ook nooit in "ANALOG" of
"PCM" tijdens de weergave. Hetzelfde geldt voor het weergeven van CD's of LD's op een DVD-speler of
LD/DVD-compatibele speler. Bij DVD's worden de DTS-signalen op een speciale manier opgenomen en
stelt het probleem zich dus niet.
2 De signalen op de digitale uitgangen van een CD- of LD-speler kunnen een soort van interne
signaalverwerking ondergaan (regeling van uitgangsniveau, omzetting van bemonsteringsfrequentie, enz.)
In dit geval is het mogelijk dat DTS-gecodeerde signalen verkeerd worden verwerkt, waardoor ze niet
kunnen worden gedecodeerd door de AVR-1404, of alleen ruis produceren. Zet, alvorens DTS-signalen
voor het eerst weer te geven, het hoofdvolume op een laag niveau, start de weergave van de DTS-disc en
controleer vervolgens of de DTS-indicator op de AVR-1404 (zie blz. 159) oplicht alvorens het hoofdvolume
omhoog te draaien.
3 Voor het weergeven van DTS DVD's is een DVD-speler met DTS-compatibele digitale uitgang vereist.
Compatibele DVD-spelers zijn herkenbaar aan het DTS Digital Output logo op het voorpaneel. Recente
DENON-modellen van DVD-spelers beschikken over een DTS-compatibele digitale uitgang. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van de speler voor informatie over het configureren van de digitale uitgang voor DTS-
weergave van DTS-gecodeerde DVD's.
"DTS" en "DTS Digital Surround" zijn geregistreerde handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc.
en
.
Weergavemethode (referentieblz.)
Zet de ingangsstand op "AUTO" of "DTS" (blz. 155).
2
Stel de stand nooit in op "ANALOG" of "PCM".
Zet de ingangsstand op "AUTO" of "DTS" (blz. 155).
2
Stel de stand nooit in op "ANALOG" of "PCM".
Zet de ingangsstand op "AUTO" of "DTS" (blz. 155).
3
NEDERLANDS
19

OPLOSSING VAN PROBLEMEN

Als een probleem optreedt, moet u eerst het volgende controleren:
1. Zijn de aansluitingen juist?
2. Hebt u de ontvanger bediend volgens de bedieningsinstructies?
3. Werken de luidsprekers en andere componenten zoals het hoort?
Als dit toestel niet naar behoren werkt, controleer dan de in onderstaande tabel vermelde punten. Als het
probleem blijft bestaan, is er mogelijk een defect.
Schakel onmiddellijk de spanning uit en neem contact op met uw verkooppunt.
Symptoom
• Netsnoer steekt niet goed in.
DISPLAY licht niet op en er
is geen geluid wanneer de
spanningsschakelaar wordt
ingeschakeld.
• Luidsprekersnoeren niet stevig
• Onjuiste stand van de
DISPLAY licht op, maar er is
• Volume staat op minimum.
geen klank.
• MUTING (demping) staat aan.
• Er worden geen digitale signalen
• Luidsprekerklemmen zijn
1
• De ventilatie-openingen van het
DISPLAY verschijnt niet en
1
spanningsindicator knippert
snel.
• Het toestel werkt met een continu
• Onvolledige aansluiting van de
Klank komt slechts uit één
• Onvolledige aansluiting van de
kanaal.
• Omgekeerde aansluiting van linkse
Posities van instrumenten
omgekeerd tijdens
stereoweergave.
• Batterijen leeg.
• Afstandsbediening te ver van het
Dit toestel werkt niet correct
• Obstakel tussen dit toestel en
wanneer het wordt bediend
met de afstandsbediening.
• Verkeerde toets ingedrukt.
• <- en >-polen van de batterijen
OPMERKING:
• Wanneer een subwoofer is aangesloten en de virtuele surroundfunctie wordt gebruikt, is het signaal dat
wordt voortgebracht uit het subwooferkanaal enkel LFE (alleen bij weergave van Dolby Digital- of DTS-
signalen) voor de oorspronkelijke fabrieksinstellingen (d.w.z. de instelling van de voorluidspreker is
"LARGE" en de instelling van de subwooferstand is "NORM").
Wanneer het effect van de subwoofer te zwak lijkt, probeer de subwoofermodus dan in de
systeeminstelmodus op "+MAIN", of de voorluidspreker op "SMALL" in de instellingen "Speaker
Configuration" (luidsprekerconfiguratie) van de Systeeminstelling in te stellen.
Deze instellingen zullen ervoor zorgen dat het laagfrequente geluid van het voorkanaal zal worden
weergegeven via de subwoofer.
Oorzaak
Maatregelen
• Controleer of de stekker goed in het
stopcontact steekt.
• Schakel de spanning in met de
afstandsbediening na het inschakelen
van de spanningsschakelaar.
• Steek stevig in.
aangesloten.
• Stel in op de juiste stand.
audiofunctietoets.
• Draai het volume omhoog tot een
geschikt niveau.
• Schakel MUTING (demping) uit.
• Voer digitale signalen in of selecteer
ingevoerd, terwijl de digitale ingang
ingangsaansluitingen waarin digitale
is ingesteld.
signalen worden ingevoerd.
• Schakel de spanning uit, sluit de
kortgesloten.
luidsprekers juist aan en schakel
vervolgens de spanning opnieuw in.
• Schakel de spanning van het toestel
toestel zijn afgedekt.
uit en ventileer het goed zodat het kan
afkoelen.
Schakel de spanning opnieuw in zodra
het toestel is afgekoeld.
• Schakel de spanning van het toestel
hoge spanning en/of wordt
uit en ventileer het goed zodat het kan
onvoldoende geventileerd.
afkoelen.
Schakel de spanning opnieuw in zodra
het toestel is afgekoeld.
• Sluit goed aan.
luidsprekersnoeren.
• Sluit goed aan.
ingangs-/uitgangssnoeren.
• Controleer de linkse en rechtse
en rechtse luidsprekers of linkse en
aansluitingen.
rechtse ingangs-/uitgangssnoeren.
• Vervang door nieuwe batterijen.
• Breng dichter bij elkaar.
toestel.
• Neem het obstakel weg.
afstandsbediening.
• Druk de juiste toets in.
• Leg de batterijen juist in.
liggen in de verkeerde richting.
Blz.
145
155
148
155
156
156
156
148
143, 148
143, 148
148
145~148
148
149
149
149
149
169

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido