NL
7
ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor een veilige, betrouwbare werking.
Opmerking!
Alle garantievoorwaarden van de leverancier komen te vervallen als de klant zelf
tijdens de garantieperiode reparaties uitvoert.
7.1
Inspecteren en schoonmaken
Controleer regelmatig of de stroombron niet vuil is.
De stroombron moet regelmatig worden schoongeblazen met behulp van droge pers-
lucht met verminderde druk. Vaker schoonmaken onder vuile arbeidsomstandigheden.
Anders kan de luchtinlaat/--uitlaat verstopt raken en kan het apparaat oververhit raken.
Lastoorts
De lastoorts moet regelmatig worden schoongemaakt en de versleten
S
onderdelen moeten tijdig vervangen worden om een probleemloze
draadaanvoer te garanderen. Blaas de draadgeleider regelmatig schoon en
reinig het mondstuk.
8
STORINGZOEKEN
Voer deze controles uit voordat u contact opneemt met een erkende reparateur.
Probleem
Geen lasboog.
De lasstroom wordt tijdens het
lassen onderbroken.
De overhittingsbeveiliging treedt
vaak in werking
Slechte lasprestaties.
C160ih
Controleer of de netspanningsschakelaar in de "ON"--stand
S
staat.
Controleer of de lasstroomkabel en de aardkabels op de
S
juiste manier zijn aangesloten.
Controleer of de juiste stroomwaarde is ingesteld.
S
Controleer of de oververhittingsbeveiliging in werking is
S
getreden (aangegeven door het oranje lampje op de
voorzijde).
Controleer de netspanningszekeringen.
S
Controleer of de lucht in-- & uitgangen niet verstopt zitten.
S
Zorg dat u de aangegeven data voor de stroombron niet
S
overschrijdt (de eenheid wordt overbelast).
Controleer of de lasstroomkabel en de aardkabels op de
S
juiste manier zijn aangesloten.
Controleer of de juiste stroomwaarde is ingesteld.
S
Controleer of de juiste elektroden worden gebruikt.
S
Controleer de netspanningszekeringen.
S
Controleer in de draadaanvoereenheid na of de correcte
S
rollen worden gebruikt en kijk na of de druk is ingesteld voor
de drukrollen.
- - 89 - -
Oplossing