Om de accu's te verwijderen drukt u de knop aan de
voorkant van de accu en trekt u tegelijkertijd de accu
omhoog.
► Fig.2: 1. Rood deel 2. Knop 3. Accu
LET OP:
Breng de accu altijd helemaal aan
totdat het rode deel niet meer zichtbaar is. Als
u dit niet doet, kan de accu per ongeluk uit het
gereedschap vallen en u of anderen in uw omgeving
verwonden.
LET OP:
Breng de accu niet met kracht aan.
Als de accu niet gemakkelijk in het gereedschap
kan worden geschoven, wordt deze niet goed
aangebracht.
LET OP:
Vergeet niet het deksel te vergrende-
len voordat u het apparaat gebruikt.
Gereedschap-/
accubeveiligingssysteem
Het gereedschap is voorzien van een gereedschap-/
accubeveiligingssysteem. Dit systeem schakelt auto-
matisch de voeding naar de motor uit om de levensduur
van het gereedschap en de accu te verlengen. Het
gereedschap kan tijdens het gebruik automatisch stop-
pen als het gereedschap of de accu aan één van de
volgende omstandigheden wordt blootgesteld:
Overbelastingsbeveiliging
Als de accu wordt gebruikt op een manier die ertoe leidt
dat een abnormaal hoge stroomsterkte wordt getrok-
ken, stopt het gereedschap automatisch zonder enige
aanduiding. In dat geval schakelt u het gereedschap
uit en stopt u met het gebruik dat er toe leidde dat het
gereedschap overbelast raakte. Schakel vervolgens het
gereedschap in om weer te starten.
Oververhittingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap oververhit is, stopt het
gereedschap automatisch en knippert de accu-indica-
tor. Laat in die situatie het gereedschap afkoelen voor-
dat u het gereedschap weer inschakelt.
Aan
Beveiliging tegen te ver ontladen
Als de acculading onvoldoende is, stopt het gereed-
schap automatisch. In dit het geval verwijdert u de accu
vanaf het gereedschap en laadt u de accu op.
De resterende acculading
controleren
Alleen voor accu's met indicatorlampjes
► Fig.3: 1. Indicatorlampjes 2. Testknop
Druk op de testknop op de accu om de resterende
acculading te zien. De indicatorlampjes branden gedu-
rende enkele seconden.
OPMERKING: Afhankelijk van de gebruiksomstan-
digheden en de omgevingstemperatuur, is het moge-
lijk dat de aangegeven acculading verschilt van de
werkelijke acculading.
De resterende acculading
controleren
KENNISGEVING:
wanneer de aan-uitschakelaar in de uit-stand
staat. Om de resterende acculading te contro-
leren, zet u de aan-uitschakelaar in de hoge- of
lagedrukfunctie.
Druk op de testknop om de resterende acculadingen
te zien. De accu-indicatorlampjes geven per accu de
resterende acculading aan.
► Fig.4: 1. Accu-indicatorlampje 2. Testknop
Knippert
69 NEDERLANDS
Indicatorlampjes
Brandt
Uit
De accu-indicator brandt niet
Toestand van accu-indicator
Aan
Uit
Resterende
acculading
Knippert
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
Laad de accu
op.
Er kan een
storing zijn
opgetreden in
de accu.
Resterende
acculading
Knippert
50% tot 100%
20% tot 50%
0% tot 20%
Laad de accu
op.