Foutopsporing
Controleer het volgende als de tilbeweging niet kan worden geactiveerd:
– Is de noodstop geactiveerd? Op bepaalde modellen gaat het noodstopsymbool branden.
– Is de lifteenheid ingeschakeld (ON) met de handbediening? (Er klinkt dan een signaal.)
– Is de handbediening goed en stevig aangesloten? Koppel de handbediening los en sluit deze opnieuw aan, stevig
aandrukken.
– Staat de lifteenheid niet in de oplaadpositie? De lifteenheid wordt geblokkeerd wanneer deze in de oplaadpositie staat.
– Controleer of de accu is opgeladen.
– Is de oplader aangesloten op de elektriciteit? Het oplaadlampje op de oplaadeenheid moet gaan branden wanneer de
lifteenheid in de oplaadpositie wordt gezet.
– Is de tilriem belast?
Als de lifteenheid niet goed werkt, neemt u contact op met uw Handicare-leverancier.
Controleer het volgende als de lift niet helemaal tot boven aan de stop kan worden bewogen:
– Is het overbelastingssymbool geactiveerd?
– Geeft het accusymbool aan dat de accu bijna leeg is?
Controleer het volgende als de lift niet omlaag kan worden bewogen:
– Is de tilriem belast?
– Geeft het accusymbool aan dat de accu bijna leeg is?
– Kloppen de richtingaanwijzers op de knoppen, pijl omhoog, pijl omlaag?
Als de lift ongebruikelijke geluiden maakt:
– Probeer de bron van het geluid te achterhalen. Stel de lift buiten werking en neem contact op met uw Handicare-
leverancier.
Symboolindicatie:
Het symbool geeft aan dat de lifteenheid geïnspecteerd moet worden. Neem contact op met uw leverancier.
Het symbool gaat branden na 6–12 maanden.
Geeft de status van de accu aan.
16
SystemRoMedic
M A N U A L
TM