4 Onderhoud
4.5 Dual-motorbescher-
mingsfilter reinigen
30
31
32
33
34
68
Het Dual-motorbeschermingsfilter voorkomt dat grotere
partikels de motor vernielen.
Controle: Controleer het Dual-motorbeschermingsfilter
elke keer als u de stofbak leeg maakt.
Reiniging: Als u bij de controle vaststelt dat het filter vuil
is, reinig het dan zoals navolgend beschreven. Het filter
moet echter uiterlijk elke 3 – 6 maanden gereinigd wor-
den.
1. Zet het apparaat uit en neem de stofbak eruit, zoals be-
schreven in
hoofdstuk 4.1, „Stofbak leegmaken",
stappen 1 – 2.
2. Trek het motorbeschermingsfilter met de filterhouder
aan het hiervoor voorziene lipje uit de console direct
voor de motor (afb. 30).
3. Neem het motorbeschermings-voorfilter met filterhou-
der uit de stofbak m.b.v. het hiertoe voorziene lipje
(afb. 31).
4. Houd de schuimrubber-filterelementen van het motorbe-
schermingsfilter (afb. 30) en het motorbeschermings-
voorfilter (afb. 31) boven een vuilnisbak en verwijder de
filterelementen en het voorfilter uit de filterhouder
(afb. 32).
5. Spoel de filterelementen met de hand grondig uit met
helder, koud of handwarm water.
OPGELET:
De filterelementen zijn wasbaar, maar ongeschikt voor
de wasmachine of vaatwasser. Gebruik voor de reiniging
geen reinigingsmiddelen of borstels. Laat de filterele-
menten vervolgens ca. 24 uur bij kamertemperatuur dro-
gen. Zet ze er pas weer in als ze helemaal droog zijn.
6. Als een van de schuimrubber-filterelementen eventueel
beschadigd of vervormd is, vervang het dan door een
nieuw,
hoofdstuk
reserveonderdelen".
7. Zet de gereinigde/nieuwe schuimstof-filterelementen in
de filterhouder.
8. Zet het motorbeschermingsfilter met filterhouder in de
juiste positie terug in de console (afb. 33, het rooster
van de filterhouder mag niet zichtbaar zijn).
9. Zet het motorbeschermings-voorfilter met filterhouder in
de juiste positie terug in de stofbak (afb. 34, het rooster
van de filterhouder moet zichtbaar zijn).
10. Plaats de stofbak weer terug. Hij moet hoorbaar vast-
klikken.
6.1,
„Toebehoren
en