5
Installatie
5.1
De sirene configureren
5.2
De sirene opstarten
Opmerking: Bij het voor de eerste keer installeren van de sirene zal deze automatisch in de servicemodus opstarten. U kunt de
sirene pas uit de servicemodus schakelen als minimaal één afstandsbediening of toetsenpaneel op afstand hieraan is gekoppeld.
1.
Verwijder de schroeven.
2.
Verwijder de batterijdeksel.
3.
Zet schakelaar 5 in de gewenste stand.
Zonder bedieningspaneel
(één zone)
Met apart bedieningspaneel
4.
Stel schakelaar 1 in om de maximumperiode voor het klinken van de
externe sirene te beperken.
Zonder bedieningspaneel
(één zone)
Met apart bedieningspaneel
5.
Stel schakelaar 2 in om de anti-blokkeringsdetectie in of uit te
schakelen bij gebruik van de sirene zonder bedieningspaneel.
ON [AAN]
ingeschakeld
OFF [UIT]
uitgeschakeld
6.
Stel schakelaar 3 in om de sirene tijdens een alarm in of uit te
schakelen.
ON [AAN]
ingeschakeld
OFF [UIT]
uitgeschakeld
7.
Stel schakelaar 4 in om de pieptonen als de sirene signalen van de
afstandbediening of het toetsenpaneel op afstand ontvangt in of uit
te schakelen.
ON [AAN]
ingeschakeld
OFF [UIT]
uitgeschakeld
1.
Sluit de opstartbatterij op de aansluitklem aan.
2.
Sluit de oplaadbare batterij op de aansluitklem aan.
25
ON [AAN] (sirene)
OFF [UIT]
(bedieningspaneel)
ON [AAN] (3 min) / OFF
[UIT] (1 min)
ON [AAN] (10 min) / OFF
[UIT] (3 min)