4
Neigingsmodus
Ontgrendel de transportbeveiliging niet, zet de schuifschakelaar (3) in de
middelste stand en selecteer de lasers met de keuzetoets. Nu kunnen schuine
vlakken en neigingen worden aangelegd. In deze modus worden de
laserlijnen niet meer automatisch uitgelijnd. Dit wordt gesignaleerd door
de knipperende laserlijnen. Bovendien brandt de led (8) constant rood.
LASER
5
Handontvangermodus
Optioneel: Werken met de laserontvanger GRX
Gebruik een laserontvanger GRX (optioneel)
voor het nivelleren op grote afstanden of in
geval van niet meer zichtbare laserlijnen. Schakel
de lijnlaser voor werkzaamheden met de laser-
ontvanger in de handontvangermodus door
op de toets 7 te drukken. Nu pulseren de laser-
lijnen met een hoge frequentie en de laserlijnen
worden donkerder. De laserontvanger kan de
laserlijnen dankzij het pulseren registreren.
!
Neem de gebruiksaanwijzing van de
laserontvanger voor lijnlasers in acht.
Op grond van de speciale optiek voor de generering van een ononder-
!
broken 360° laserlijn kunnen om technische redenen helderheidsver-
schillen optreden in de verschillenden bereiken van de lijn. Dit kan
leiden tot verschillende reikwijdten in de handontvangermodus.
22
NL
LASER
LASER
LASER
LASER