LaserLiner ThermoSpot-Vision Manual De Instrucciones página 27

11
Na de keuze van de modus 'IR-meting' of 'Dauwpunt' verschijnt de dienovereenkomstige weergave op het
display. Hiermee kunnen dezelfde meetgrootheden bepaald en weergegeven worden als in de cameramodus,
echter zonder de mogelijkheid voor een live-beeld en de opname. In principe bestaat het verschil tussen de
modi 'IR-meting' en 'Dauwpunt' voornamelijk in de functie van het staafdiagram onder op het display.
IR-meting
12
Na de selectie van de modus 'Gegevenslog' verschijnt het instellingsmenu op het display. Na het instellen van
de dienovereenkomstige parameters wordt de gegevensopname door indrukken van de ontspanner automa-
tisch gestart. Op het display verschijnt een real time-curvediagram. Stop de opname door indrukken van de
toets 'ESC' en keer terug naar het instellingsmenu. De gegevensopname wordt automatisch opgeslagen.
IR-meting / dauwpunt
Dauwpunt
Gegevenslog
Boven (High)
Onder (Low)
Interval (Time)
Kleur (Color)
Instel. meting
(Measure Set)
Vastgelegde bovenste temperatuurgrens (rode lijn)
Temperatuurverloop (lijnkleur instelbaar)
Vastgelegde onderste temperatuurgrens (groene lijn)
Actueel gemeten temperatuur
ThermoSpot-Vision
Staafdiagram IR-meting:
geeft het meetbereik van de actuele meting
binnen het min/max-bereik aan.
Staafdiagram dauwpunt:
geeft de procentuele waarschijnlijkheid van de
condensaatvorming op het oppervlak aan. Zodra
de oppervlaktetemperatuur overeenkomt met
of lager is dan het dauwpunt, bestaat 100 %
condensatiewaarschijnlijkheid.
Bovenste temperatuurgrens vastleggen
Onderste temperatuurgrens vastleggen
Meetinterval vastleggen (1 sec. tot 3.600 sec.)
Kleur van de temperatuurcurve vastleggen
Instellingen voor de meetmodus (zie punt 8)
NL 27