7
REGELINGEN (FIG. 3)/PAGINA 5
7.1
Regeling van het mondstuk (waar voorzien)
Verdraai het mondstuk (E) om de waterstraal te regelen.
7.2
Regeling reinigingsmiddeldosering
Voor een reinigingsmiddelafgifte met de juiste druk moet u het mond-
stuk (E) (waar voorzien) in de stand "
set C13(waar voorzien) monteren, zoals afgebeeld in de figuur.
Gebruik de regulateur (F) om de reinigingsmiddelafgifte te doseren
(waar voorzien).
7.3
Regeling van de bedrijfsdruk (waar voorzien)
Gebruik de regulateur (G) om de bedrijfsdruk te veranderen. De druk
wordt aangegeven door de manometer (indien aanwezig).
8
GEBRUIKSINFORMATIE (FIG. 4)/PAGINA 5
8.1
Bedieningen
- Startinrichting (H)
Zet de startinrichting in de stand (ON/I REGULAR CLEANING) om de
motor klaar te maken voor gebruik als u wilt werken in de bedrijfsmodus
"REGULAR CLEANING ACTION".
Zet de startinrichting in de stand (ON/II HEAVY-DUTY CLEANING) om de
motor klaar te maken voor gebruik als u wilt werken in de bedrijfsmodus
"HEAVY-DUTY CLEANING ACTION" met een toename van de waskracht
van 50%.
In deze bedrijfsmodus kunt u bij het reinigen van grote oppervlakken en
met gebruik van de accessoirehouder "Dubbel mondstuk", waarmee u twee
mondstukken tegelijk kunt gebruiken, de werktijd met 70% verminderen.
Zet de startinrichting in de stand (OFF/0) om de werking van de hogedruk-
reiniger te onderbreken.
- Bedieningshendel waterstraal (I).
Let op
De machine moet tijdens de werking op een veilig en stabiel
oppervlak staan en geplaatst zijn zoals aangegeven in fig. 4.
8.2
Starten (Zie fig. 4.)
1) Open de kraan van het waterleidingnet volledig.
2) Schakel de beveiliging (D) uit.
3) Houd het pistool een paar seconden lang geopend en start de machi-
ne met de startinrichting in de gewenste werkstand (ON/I REGULAR
CLEANING) of (ON/II HEAVY-DUTY CLEANING).
Let op
Voordat u de machine in werking stelt moet u zich verzeke-
ren van de correcte watertoevoer; het droge gebruik zal de machine
beschadigen; bedek tijdens het gebruik de ventilatieroosters niet.
TSS-modellen - Bij de TSS-modellen met automatische onderbreking
van de toevoer:
- zal, bij het sluiten van het pistool, de dynamische druk de elektromo-
tor onmiddellijk uitschakelen;
- zal, bij het openen van het pistool, de drukval automatisch de elek-
tromotor starten waarna de druk weer met een hele korte vertraging
wordt hersteld;
- voor een perfecte werking van de TSS mag u het pistool niet sluiten en
openen met tussenpauzes van minder dan 4÷5 seconden.
Om schade aan de machine te voorkomen moet u het droge gebruik
ervan vermijden en u ervan verzekeren dat de machine altijd naar
behoren met water wordt gevoed.
Bij de modellen zonder TSS moet u, om schade aan de machine als
gevolg van een verhoging van de watertemperatuur te voorkomen,
bij een draaiende machine de waterstraal nooit langer dan 5 minu-
ten onderbreken.
8.3
Stoppen
1) Zet de startinrichting in de stand (OFF/0).
2) Open het pistool en blaas de druk in de leidingen af.
3) Schakel de beveiliging (D) in.
8.4
Herstarten
1) Schakel de beveiliging (D) uit.
2) Open het pistool en blaas de lucht in de leidingen af.
3) Zet de startinrichting in de gewenste werkstand (ON/I REGULAR
NL
© 2019 Nederlands
" zetten, of de reinigingsmiddel-
169 (Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing)
CLEANING) of (ON/II HEAVY-DUTY CLEANING).
8.5
Buitengebruikstelling
1) Draai de waterkraan dicht.
2) Blaas de restdruk in het pistool af tot er geen water meer uit de
machine komt.
3) Schakel de machine uit (OFF/0).
4) Trek de stekker uit het stopcontact.
5) Maak na het gebruik de reinigingsmiddeltank leeg en schoon. Voor
het schoonmaken van de tank moet u in plaats van het reinigingsmid-
del schoon water gebruiken.
6) Schakel de beveiliging (D) van het pistool in.
8.6
Het reinigingsmiddel vullen en gebruiken
De reinigingsmiddelafgifte moet plaatsvinden met de accessoires
en op de wijzen voorzien in punt 7.3.
Het gebruik van een langere hogedrukslang dan het standaard, met de
machine geleverde exemplaar, of het gebruik van een extra verlengslang
kan het aanzuigen van het reinigingsmiddel uit de tank (waar voorzien)
verminderen of volledig onderbreken.
Vul de tank (B6) met een biologisch goed afbreekbaar reinigingsmiddel.
8.7
Tips voor een correcte wasbeurt
Breng reinigingsmiddel aan op het droge oppervlak om het vuil op te
lossen. Werk bij verticale oppervlakken van beneden naar boven. Laat
het product 1÷2 minuten inwerken, waarbij het oppervlak echter niet
mag opdrogen. Werk met de hogedrukstraal op een afstand van meer
dan 30 cm, en start onderaan. Voorkom dat het spoelwater op nog niet
gewassen oppervlakken druipt.
In bepaalde gevallen zal de mechanische werking van de wasborstels
nodig zijn om het vuil te verwijderen.
De hoge druk is niet altijd de beste oplossing voor een goede wasbeurt
en zal bepaalde oppervlakken kunnen beschadigen. Het gebruik van de
puntstraal van het regelbare mondstuk en het gebruik van de vuilfrees
op delicate en gelakte delen en onder druk staande componenten (bijv.
banden, ventielen..) moet worden vermeden.
Een goede waswerking hangt op gelijke mate af van de druk en van de
hoeveelheid water.
ONDERHOUD (FIG. 5)/PAGINA 6
9
Alle, niet in dit hoofdstuk behandelde onderhoudswerkzaamheden
moeten bij een erkend Verkoop- en Servicecentrum worden uitgevoerd.
Let op
Trek, vóór alle werkzaamheden op de machine, de stekker
uit het stopcontact.
9.1
Reiniging van het mondstuk
1) Demonteer de lans van het pistool.
2) Verwijder met het gereedschap (C1) het vuil uit het gaatje in het
mondstuk.
9.2
Reiniging van het filter
Controleer voor ieder gebruik het aanzuigfilter (L) en het reinigings-
middelfilter (waar voorzien) en reinig ze, indien noodzakelijk, volgens
de aanwijzingen.
9.3
Opheffing motorblokkering (waar voorzien)
Bij langdurige stilstand kan kalkaanslag de motor blokkeren. Om de
blokkering op te heffen moet u met het gereedschap (M) de krukas
draaien.
9.4
Olie bijvullen (waar voorzien)
Gebruik de vulopening om de olie tot op het juiste niveau bij te vullen.
Zie, voor de eigenschappen van de olie, de tabel "Eigenschappen van de
olie".
9.5
Opbergen
Voordat u de machine voor de winter opbergt, moet u hem met
niet-agressieve/niet-toxische antivriesvloeistof laten draaien.
Bewaar het apparaat op een droge en tegen vorst beschermde plek.
10
OPSLAG EN TRANSPORT (FIG. 5)/PAGINA 6
Sla de accessoires op zoals voorzien in fig. 5.
Vervoer de machine zoals voorzien in fig. 5.
NL