Zorg ervoor dat u de boorhouder met één hand op
de huls van de boorhouder vastmaakt, en met één
hand het gereedschap vasthoudt voor maximale
stevigheid.
Om het accessoire weer los te maken herhaalt u
stappen 1 en 2 hierboven.
Voor gebruik
• Zorg dat de accu (helemaal) is opgeladen.
• Zorg dat de accu goed op de plaats zit.
• Plaats het juiste boortje.
• Markeer de plaats waar het gat moet worden
geboord.
BEDIENING
WAARSCHUWING: Om het gevaar
op ernstig persoonlijk letsel te
verminderen, zet u het gereedschap
uit en ontkoppelt u de accu,
voordat u enige aanpassing maakt
of hulpstukken of accessoires
verwijdert/installeert. Het onbedoeld
opstarten kan letsel veroorzaken.
Aanwijzingen voor gebruik
WAARSCHUWING:
• Neem altijd de veiligheidsinstructies
in acht en houdt u aan de geldende
voorschriften.
• Let op de eventueel aanwezige gas-,
water- en elektriciteitsleidingen.
• Forceer de machine niet. Overmatige
druk op de machine versnelt het boren
niet maar resulteert juist in slechtere
prestaties en voortijdige slijtage van de
machine.
Juiste positie van de handen (afb. A, G)
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
dient u ALTIJD de handen in de juiste
positie te hebben, zoals afgebeeld.
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
houdt u het ALTIJD stevig vast,
anticiperend op een plotseling reactie.
De juiste positie van de handen betekent één hand
aan de zijhandgreep (9), terwijl u met de andere hand
de hoofdgreep (8) vasthoudt.
In- en uitschakelen (afb. A, E)
• Druk op de schakelaar (1) om de machine te
starten. Het toerental van de machine wordt
bepaald door de druk die op de schakelaar
wordt uitgeoefend.
• Stop de machine door de schakelaar los te
laten.
• Schuif de L/R-schakelaar (2) in de middenstand
om de machine in de UIT-stand te blokkeren.
Werken met de schroevendraaier
Selecteer het gewenste bereik voor de snelheid/het
aanhaalmoment met de versnellingshendel met drie
standen bovenop het gereedschap en maak een
keuze die past bij de snelheid en het aanhaalmoment
voor de geplande werkzaamheden. Zet het gewenste
accessoire voor het aanschroeven in de boorkop,
zoals u dat zou doen met een boortje. Zet de
stelkraag aanhaalmoment (afb. A, 4) in de gewenste
stand. Probeer in een stuk afvalhout of op een
onzichtbare plek of u de kraag van de boorhouder in
de juiste stand hebt gezet.
Werken met de boor
1. Selecteer het gewenste bereik voor de snelheid/
het aanhaalmoment met de versnellingshendel
en maak een keuze die past bij de snelheid
en het aanhaalmoment voor de geplande
werkzaamheden.
2. Voor HOUT, gebruikt u draaibitjes, speedboren,
spiraalboren of gatenzagen. Voor METAAL,
gebruikt High Speed-boortjes of gatenzagen.
Gebruik een snijvloeistof wanneer u in metalen
boort. De uitzonderingen zijn gietijzer en messing,
deze moeten droog worden geboord.
3. Oefen met het bitje altijd druk uit in een rechte
lijn. Oefen zo veel druk uit dat het bitje zich in het
materiaal blijft vreten, maar duw niet zo hard dat
de motor vastloopt of het bitje wordt gebogen.
4. Houd het gereedschap stevig met beide handen
vast zodat u de draaibeweging van de boortje
kunt beheersen.
5. LOOPT DE BOOR VAST, dan is dat meestal
het gevolg van overbelasting. LAAT DE
TREKKER ONMIDDELLIJK LOS, haal het
bitje uit het werk en bepaal wat de oorzaak
van het vastlopen is. KLIK DE SCHAKELAAR
NIET AAN EN UIT IN EEN POGING EEN
VASTGELOPEN BOORMACHINE WEER OP
GANG TE HELPEN — HIERDOOR ZOU U DE
BOORMACHINE KUNNEN BESCHADIGEN.
NEDERLANDS
95