Schakel de machine voor het neerleggen altijd
uit en wacht tot deze tot stilstand is gekomen.
Laat kinderen de machine nooit gebruiken.
Bosch kan een juiste werking van de machine
uitsluitend waarborgen wanneer voor deze
machine bedoeld origineel toebehoren wordt
gebruikt.
Elektrische aansluiting
Spanning en frequentie van de stroombron
moeten overeenkomen met de gegevens
op het typeplaatje van de machine.
De machine mag alleen worden aangeslo-
ten op een stroomaansluiting die volgens
de voorschriften is geaard. Stopcontact en
verlengkabel moeten een goed werkende
aarddraad hebben.
Gereedschap wisselen
Trek altijd voor werkzaamheden aan de ma-
chine de stekker uit het stopcontact.
Reinig de toebehorenschacht en smeer deze met
vet.
Gereedschappen zonder kraag
(zie afbeeldingen
Open de vasthoudbeugel 3 ca. 150° ( ) en
steek het toebehoren in ( ).
Draai de vasthoudbeugel 3 omlaag ( ) om het
gereedschap te blokkeren.
Controleer de vergrendeling door aan het toe-
behoren te trekken.
Gereedschappen met kraag
(zie afbeeldingen
Geschikt is toebehoren met een insteeklengte
van 152 mm (6") tot de kraag.
Open de vasthoudbeugel 3 ca. 180° ( ) en
steek het toebehoren in ( ).
Draai de vasthoudbeugel 3 tot aan de beitel te-
rug ( ) om het gereedschap te blokkeren.
De kraag 6 moet door de vasthoudbeu-
gel 3 worden vastgehouden.
Controleer de vergrendeling door aan het toe-
behoren te trekken.
25 • 1 619 929 586 • TMS • 28.02.02
+
)
A
B
+
)
C
D
Nederlands - 2
Ingebruikneming
Spanning en frequentie van de stroombron
moeten overeenkomen met de gegevens op
het typeplaatje van de machine.
In- en uitschakelen
Wanneer u de machine in gebruik wilt nemen,
drukt u de aan/uit-schakelaar 1 in en houdt u
deze ingedrukt.
Wanneer u de machine wilt uitschakelen, laat u
de aan/uit-schakelaar 1 los.
Bij lage temperaturen bereikt de machine
pas na een bepaalde tijd zijn volledige
slagcapaciteit.
Deze aanlooptijd kan worden verkort door
de beitel één keer op de grond te stoten.
Aanwijzingen voor het gebruik
Werk slechts met matige druk om een zo groot
mogelijke slagdemping te bereiken.
Beitels slijpen
Alleen met scherpe beitels krijgt u een goed re-
sultaat. Daarom moeten de beitels op tijd worden
geslepen. De levensduur van het toebehoren
wordt daardoor langer en u krijgt een goed werk-
resultaat.
Smeden en harden
Smeden:
De beitel van 850 °C tot 1050 °C (fel-
rood tot geel) verhitten en smeden.
Harden:
De beitel tot 900 °C (felrood) verhit-
ten, afschrikken in olie en vervol-
gens ca. 1 uur in de oven zetten bij
320 °C (beginkleur is lichtblauw).
Naslijpen
Slijp de beitels op een slijpsteen (bijvoorbeeld
edelkorund) met een gelijkmatige watertoevoer.
Richtwaarden hiervoor bevat afbeelding E. Let
erop dat op de snijvlakken geen verkleuring op-
treedt, want dit beïnvloedt de hardheid van de
beitel.
E
60°
20°
4
60°
60°