5. De slang en gasfl es plaatsen en vervangen
•
LET OP! Houd bij het aandraaien van de sluitstukmoer het sluitstuk recht om gaslekken te voorkomen. Draai
de moer aan met een passende moersleutel (afbeelding 10).
•
Apparaatcategorieën I 3B/P (30) , I 3B/P (37) en I 3+ (28-30/37): bevestig het ventielsluitstuk door het
linksom op het ventiel te schroeven. Schuif een goedgekeurde slang over het sluitstuk totdat de slang goed
vastzit. Aan de andere kant, bevestig een geschikte lage drukregelaar (I3B / P (30): 30mbar Butaan / Propaan
confi guraties regelgever; I3 + (28-30/37): 30mbar Butaan regelaar of 37 mbar propaan regulator); I3B / P
(37) : 37 mbar butaan / propaan confi guraties toezichthouders). Controleer opnieuw of de slang goed vastzit.
Het type slang wordt gebruikt moet voldoen aan de relevante EN-norm en zoek eis. In Zuid-Afrika dient de
gebruikte drukregelaar te voldoen aan SANS 1537 .
•
Apparaatcategorie I 3B/P (50): schroef een slang, met de correcte draadfi ttingen aan elk uiteinde, op de linker
¼" BSP-fi tting van het ventiel. Bevestig een geschikte 50 mbar lagedrukregelaar aan het andere uiteinde van
de slang. De gebruikte slang moet voldoen aan de DIN 4815 deel 2 of gelijkwaardig.
•
De slang mag niet korter zijn dan 800 mm en niet langer dan 1,5 m. Controleer de vervaldatum op de slang en
vervang indien nodig of wanneer dat overeenkomstig nationale wetgeving is vereist.
•
Draai de slang niet en zorg dat deze niet beklemd raakt. Voorkom dat de slang in aanraking komt met
onderdelen die tijdens gebruik van het apparaat heet worden.
•
Controleer voordat u de drukregelaar aansluit op een gasfl es of de rubberen pakking van de drukregelaar goed geplaatst is en in goede staat
verkeert. Doe dit telkens wanneer u de drukregelaar aansluit en voor elk gebruik.
•
Voordat u de gasfl es aansluit, dient u ervoor te zorgen dat alle ventielen in de "UIT"-stand staan door de regelknop tot de stop naar rechts te
draaien.
•
Plaats of vervang de gasfl es altijd in een goed geventileerde ruimte, bij voorkeur buiten, uit de buurt van mogelijke ontstekingsbronnen, zoals
open vuur en radiatoren, en niet in de buurt van andere mensen.
•
Zorg dat de gasfl es rechtop staat en draai de drukregelaar goed vast op de gasfl es. Draai de drukregelaar alleen met de hand vast.
•
Als het apparaat gas lekt (gaslucht), draait u onmiddellijk het ventiel op de gasfl es dicht en volgt u de procedure voor het vaststellen en stoppen
van een lek in sectie 3. Als u het apparaat wilt controleren op lekkage, doet u dit buiten met behulp van zeepwater dat u aanbrengt op de
aansluitingen. De vorming van belletjes duidt op een gaslek.
•
Zorg ervoor dat alle aansluitingen goed vastzitten en controleer dit opnieuw met zeepwater. Gebruik het apparaat niet als u het gaslek niet kunt
herstellen. Neem contact op met uw lokale CADAC-leverancier voor hulp.
•
Wanneer u de gasfl es wilt verwisselen, draait u eerst het ventiel op de fl es dicht (indien aanwezig). Draai vervolgens de regelknop naar rechts tot
de stoppositie.
•
Controleer of de vlam uit is en schroef dan de drukregelaar los. Plaats een volle gasfl es. Neem daarbij de hierboven beschreven
voorzorgsmaatregelen in acht.
6. Het apparaat aansteken
Voorzorgsmaatregelen bij het aansteken.
•
Als het apparaat langere tijd niet is gebruikt, controleert u de luchttoevoeropeningen van het ventiel op insecten die de gastoevoer kunnen
belemmeren. Controleer ook de inlaat van de Venturi op insecten. Monteer na controle alle onderdelen weer in de voorgeschreven positie.
•
Gebruik het apparaat alleen op een stevige, vlakke ondergrond.
Gebruik van de regelknop
De regelknop is uitgerust met twee positieve stopposities, één bij Laag en één bij Aansteken/Hoog. De vlam kan tussen deze twee punten
worden afgesteld.
Aansteken met behulp van de piëzo-ontsteking
•
Als u het apparaat wilt aansteken met de piëzo-ontsteking, drukt u de regelknop in en draait u die linksom totdat u een klik hoort. Als het
gas niet bij de eerste vonk ontbrandt, drukt u de regelknop in en draait u deze volledig naar rechts. Probeer het opnieuw door de regelknop
in te drukken en deze naar links te draaien totdat u een klik hoort. Als het gas niet binnen twee of drie seconden ontbrandt, sluit u de
regelklep door de regelknop in te drukken en deze volledig naar rechts te draaien. Wacht ongeveer dertig seconden om het gas dat zich in
de branderbak heeft verzameld, te laten ontsnappen. Herhaal zo nodig de bovenstaande procedure totdat de vlam ontbrandt. De vlam moet
binnen een of twee seconden ontbranden.
Aansteken met behulp van een barbecueaansteker
•
Bij koud starten kan het apparaat aan de bovenzijde worden aangestoken voordat de gewenste kookplaat wordt bevestigd aan de
vetopvangbak. Als het apparaat heet is wanneer u het aansteekt, is het beter de barbecueaansteker door een van de ventilatiegaten aan de
onderkant van de brander te steken tot naast de brander (steek de barbecueaansteker NIET door de grote opening direct onder de brander).
Doe de barbecueaansteker aan. Druk, terwijl de aansteker aan is, de regelknop in en draai deze naar rechts om de brander aan te steken.
Algemeen
•
Nadat het apparaat is aangestoken, kan de vlamintensiteit worden aangepast. Draai de regelknop naar links voor een lagere vlam of naar
rechts voor een hogere vlam.
•
De volledig gesloten positie bevindt zich uiterst rechts. Als u het ventiel uit de volledig gesloten positie wilt draaien, moet u de knop eerst ver
genoeg indrukken om de vergrendeling op te heffen. Houd de knop ingedrukt en draai die naar links. Wanneer de vergrendeling eenmaal is
opgeheven, hoeft u de regelknop niet meer ingedrukt te houden en kunt u die naar de gewenste vlaminstelling draaien.
•
De vlam kan worden gecontroleerd via de inspectieopening die hiervoor is aangebracht aan de zijkant van de vetopvangbak.
•
Bij het bereiden van voedsel met een hoog vetgehalte kan de vlam oplaaien als de geselecteerde hitte-instelling te hoog is. Als dit gebeurt,
draait u de vlam lager totdat die niet meer oplaait.
•
Verplaats het apparaat niet wanneer het in gebruik is. Dit is niet alleen gevaarlijk, maar kan ook het oplaaien van de vlam veroorzaken.
•
Draai na gebruik eerst het ventiel op de gasfl es dicht (indien van toepassing). Wanneer de vlam gedoofd is, sluit u het ventiel van het
apparaat door de regelknop in te drukken en deze helemaal naar rechts te draaien.
51
51
NL
Afb. 10