1
Veiligheidsrichtlijnen
1.
Houd de installatiehandleiding aan.
2.
Gebruik de apparatuur
• waarvoor het is bedoeld
• in goede conditie
• met aandacht voor de veiligheid en risico's.
3.
Houd er rekening mee dat de apparatuur exclusief is
bedoeld voor de applicaties zoals beschreven in deze
installatiehandleiding (zie 2 Technische Data). Elk
ander gebruik wordt gezien als gebruik niet conform
de bedoeling en doet de garantie komen te vervallen.
4.
De montage, de inbedrijfstelling, het onderhoud en de
instelling mogen alleen door geautoriseerd personeel
worden uitgevoerd.
5.
Storingen die de veiligheid kunnen beïnvloeden
dienen direct te worden opgelost.
2
Technische Data
Media
Standaard medium:
Aansluitingen/afmetingen
Aansluitmaten:
Nominale afmetingen:
Drukwaarden
Max. inlaatdruk:
Uitgangsdruk:
Min. drukverlies:
Bedrijfstemperatuur
Max. bedrijfstemperatuur
medium (10 bar):
Max. bedrijfstemperatuur
medium volgens EN 1567:
3
Montage
3.1 Installatie Richtlijnen
•
Horizontale en verticale installatiepositie mogelijk
– Bij verticale inbouwpositie veerkap met
verstelgreep omhoog
•
Installeren afsluiters
•
De plaats van inbouw moet tegen vorst beschermd en
goed toegankelijk zijn
– Drukmeter kan goed worden afgelezen
– Eenvoudig onderhoud en reiniging
•
Voor een perfecte werking moet een filter vóór het
reduceerventiel worden geplaatst
•
Zorg voor een rechte leidinglengte van tenminste vijf
keer het nominale klepformaat na de
drukreduceerklep (conform EN 806-2)
•
Vereist regelmatig onderhoud conform EN 806-5
Drinkwater
3
1
3
/
",
/
",
/
"
8
2
4
10, 15, 20
16 bar
1,5 - 6 bar
1 bar
70 °C
30 °C
NL
3.2 Montage-instructies
VOORZICHTIG!
Bij het aansluiten met soldeerhulzen de hulzen niet
aan de drukreduceerklep vastsolderen! Hoge
temperaturen leiden tot onherstelbare
beschadiging van belangrijke inwendige
onderdelen!
1.
Spoel het leidingwerk grondig door
2.
Installeer een drukreduceerklep
• Markeer de doorstroomrichting
• Installeer zonder trek- of buigkrachten
3.
Stel de uitlaatdruk in
Groen verstelknop moet blijven aangesloten om de
penetratie van vuit te vermijden
4
Opstarten
4.1 Uitlaatdruk instellen
Stel de uitlaatdruk in op min. 1 bar onder de
inlaatdruk.
1.
Afsluiters op inlaat sluiten
2.
Laat de druk af aan de uitlaatzijde (bijvoorbeeld via
een waterkraan)
3.
Manometer monteren (bij standaarduitvoering)
4.
Afsluiters op uitlaat sluiten
5.
Regelhendel opsteken
6.
Verlaag de spanning in de drukveer
• Draai de afstelhendel linksom (-) totdat deze niet
meer beweegt
7.
Afsluitstuk ingangskant langzaam openen
8.
Instelgreep draaien tot de manometer de gewenste
waarde weergeeft
9.
Afsluiter aan de uitgang traag openen
5
Onderhoud
Om te voldoen aan EN 806-5 moeten
spaninrichtingen jaarlijks gecontroleerd en
onderhouden worden.
De onderhoudswerkzaamheden moeten door een
installatiebedrijf worden uitgevoerd, wij adviseren een
preventief onderhoudscontract af te sluiten met een
installateur.
Conform EN 806-5 moeten de volgende maatregelen worden
genomen:
6
MU1H-1054GE23 R0120