Als de registratie is uitgevoerd met A
binnenunit in werking.
Aan de hand hiervan kunt u controleren van welke binnenunit(s) u via het adres de functie
selecteert.
Als u unitadres 00 of AL opgeeft, treedt bij alle binnenunits op het opgegeven koeladres de
ventilator in werking.
Voorbeeld: U geeft koeladres 00 en unitadres 02 op.
Registratie
* Als er groepen bestaan op basis van verschillende koelsystemen en de ventilator begint te
werken bij een andere unit dan het geselecteerde koeladres, is er waarschijnlijk sprake van een
dubbel koeladres.
Controleer het koeladres opnieuw aan de hand van de DIP-schakelaars op de buitenunit.
6 Selectie van standnummer
Selecteer met B
de beschikbare standen kunnen worden geselecteerd.)
Display met
standnummer
7 Selecteer de instellingen voor de gekozen stand.
Als u op D
Selecteer de gewenste instelling met B
Aanduiding van
instelling
Stand 1 =
Gemiddelde gemeten
temperatuur van
binnenunit in bedrijf
8 De instellingen van stap 3 t/m 7 worden opgeslagen.
ON
Druk op A
; de nummers van de stand en van de instelling gaan daarop knipperen en de
OFF
registratie begint. Als het knipperen van de nummers ophoudt, is de instelling voltooid.
* Als bij het standnummer "
Controleer of er geen bronnen aanwezig zijn die ruis kunnen veroorzaken op de transmissielijn.
Koeladres 00
Buitenunit
Unitadres
Binnenunit
Nr. 01
Eenvoudige MA-afstandsbediening
en C
. .
. .
Stand 02 = Thermistorselectie
drukt, gaat de huidige instelling knipperen ter informatie.
" knippert, is er waarschijnlijk een communicatiefout opgetreden.
ON
, treedt de ventilator van de geregistreerde
OFF
Unitadres
Unitadres
Nr. 02
Nr. 03
Werking ventilator
het nummer van de stand die u wilt instellen. (Alleen
en C
. .
. .
– 19 –
.
Instelling 3 =
Ingebouwde sensor op de
afstandsbediening