gaan of de oplader goed is. Als de nieuwe batterijen
wel correct opladen, werkt de andere set niet goed.
Deze batterijen moeten naar een onderhouds- of
recyclingcentrum worden gebracht. Als de nieuwe
batterijen hetzelfde probleem tonen als de andere
set, laat dan de oplader testen in een gecertificeerd
servicecentrum.
Licht
Aan/knipperlicht
Rood aan
Rood
knipperend
32
Groen aan
Groen
knipperend
PROBLEEMOPLOSSINGEN
1. WAAROM KAN IK HET ACCUPACK NIET IN DE
OPLADER DUWEN?
1)
Controleer of de accu en de oplader ontworpen zijn
om in combinatie met elkaar te werken.
Status
Batterij defect
Batterijtemperatuur
Bescherming
De temperatuur van
- - - - -
de accu is lager dan
0°C of hoger dan
45°C.
Volledig geladen
- - - - - -
Batterij laadt op
2)
De accu kan maar op één manier in de lader
geschoven worden. Draai de accu om totdat deze in
de sleuf geschoven kan worden. het signaallampje
zou bij opladen van de accu groen moeten knipperen.
2. REDENEN VOOR VERSCHILLENDE
OPLAADTIJDEN
De laadtijd is van vele omstandigheden afhankelijk. Dit
is geen defect van het product.
1)
Als de accu slechts gedeeltelijk leeg is, kan hij
opnieuw volledig worden opgeladen in kortere tijd,
dan de nominale laadtijd is.
2)
Zijn de batterij en de omgeving zeer koud, dan kan het
laden enkele uren langer duren.
3)
Als het accupack heel heet is, laadt de accu niet
op omdat de hittebeveiliging opladen voorkomt
wanneer de temperatuur te hoog is. Wanneer het
accupack erg heet is, moet deze uit de oplader
gehaald worden en afkoelen tot kamertemperatuur
voordat met het opladen kan worden begonnen.
ONDERHOUD
Trek de voedingskabel uit de aansluiting voordat u
eventuele aanpassingen, reparaties of onderhoud
uitvoert.
Het gereedschap heeft geen extra onderhoud nodig.
Gebruik nooit water of chemische reinigingsmiddelen
om het gereedschap schoon te maken. Wrijf het
gereedschap schoon met een droge doek. Berg het
gereedschap altijd droog op.
Wanneer de stroomtoevoerdraad beschadigd is,
dient deze vervangen te worden door de fabrikant, de
reparatiedienst of een soortgelijk bevoegde persoon, om
zo gevaren te voorkomen.