Bodeminstallatie
Optie 1. Installatie Houten Bodem (#65023)
1. Kies een vlakke en gladde plaats die vrijgemaakt wordt van scherpe voorwerpen. Haal de boot uit zijn verpakking en vouw hem open.
2. Vooraleer de boot op te blazen, de bodemplanken assembleren. Steek Plank 1 in de boog en duw hem naar voor tot de Luchtklep van de Opblaasbare Kiel uitgelijnd is met het gat in de plank.
3. Steek de Plank 4 in de uitsparing onder de dwarsplank.
4. Maak Stringer 1 vast aan Plank 1 en steek Plank 2 in Stringer 1.
5. Maak Stringer 3 vast aan Plank 4 en steek Plank 3 in Stringer 3.
6. Bevestig Stringer 2 aan Plank 2:
7. Hef de Planken 2 en 3 op en lijn Plank 3 uit met Stringer 2. Duw beide Planken naar beneden tot Plank 3 volledig in Stringer 2 past (FIG 4)
8. Assembleer de Zijstringers in Plank 3.
Opmerking:
-De bodemplanken moeten geassembleerd worden vooraleer de boot op te blazen.
-Zorg ervoor dat de Stringers in de inkepingen van de Vloerplanken passen.
-Na de assemblage, controleer of de bodemplanken goed aaneen zitten. Als dit niet het geval is, doe de assemblage dan over.
Optie 2. Installatie Luchtbodem (#65031)
1. Plaats de afgelaten luchtbodem op de romp en lijn het gat in de bodem uit met de Luchtklep op de Opblaasbare Kiel. Zorg ervoor dat de klep op de bodem naar boven gericht is, om het
opblazen te vergemakkelijken.
2. Blaas lucht in de romp, maar blaas niet volledig op. Door lucht in te blazen krijgt de boot meer volume zodat de bodem op de juiste plaats gebracht kan worden.
3. Blaas de bodem volledig op.
Assemblage Romp
1. Voor het opblazen wordt het dopje van de het luchtventiel weggenomen en gecontroleerd of het ventiel zelf goed vastgeschroefd is. Nu kan de luchtslang in het ventiel gevoerd worden.
2. Wanneer de boot opgeblazen wordt, moeten om beurten twee luchtkamers gevuld worden tot beide kamers vol zijn. Zo ontstaat een evenwichtige drukspreiding en wordt de boot niet beschadigd.
3. Bij het opblazen van de boot moet af en toe gekeken worden naar de drukschaal in de buurt van het luchtventiel. Volgens de druk in de romp van de boot, zal de cilinderzuiger in het gat
van de drukschaal lichtjes naar buiten bewegen. Wanneer de zuiger aan de buitenzijde zich op hetzelfde niveau bevindt als die van het bootoppervlak, duidt dit aan dat de druk in de boot
de correcte standaardwaarde bereikt heeft. Dan moet men ophouden met opblazen.
4. Blaas de opblaasbare Kiel op.
5. Steek de plug in de Drainageklep op de Dwarsplank. (AFB. 5)
Opmerkingen:
-Gebruik alleen pompen goedgekeurd door Bestway
-Gebruik nooit motoraangedreven hogedrukluchtpompen, omdat die te veel opblazen.
-Bij het opblazen van de boot, controleer op de Drukmeter dat de waarde nooit 0,156 bar overschrijdt.
-Te veel en te weinig opblazen is gevaarlijk.
-Controleer de druk altijd vooraleer de boot te gebruiken.
-Als de boot te veel opgeblazen is, de Luchtklep losschroeven en de controleschacht lichtjes induwen om lucht vrij te geven en het drukniveau weer tot een aanvaardbaar niveau van 0,16
bar te brengen. Schroef de Luchtklep weer dicht.
-Ga nooit op de boot staan tijdens het opblazen en leg er geen voorwerpen op.
-Open de klep nooit wanneer de boot in gebruik is.
-Zorg ervoor dat de klep goed dicht is vooraleer de boot te gebruiken.
Installatie Zitplank
Schuif de zitting in de correcte positie door de flappen op beide kamers van de boot in de inkepingen van de Zitplank te steken. (AFB. 6)
Opmerking:
-Tijdens het roeien kan de Zitplank geregeld worden door de plank naar achter en naar voor te schuiven en de meest comfortabele positie te zoeken.
Installatie Roeispanen
1. Verbind beide schachten van de roeispanen met de Koppelingen en zet de Afdekkingen van de Koppelingen stevig vast. (AFB. 7)
Opmerking: Steek de schachten volledig in de Koppelingen, om schade te voorkomen.
2. Maak de Bladen van de Roeispanen met de Koppelingen vast aan de uiteinden van de roeispanen en bevestig de Koppelingen op hun plaats.
3. Maak de roeispanen vast aan de dollen en bevestig ze. (AFB. 7 & 8)
Opmerking: Wanneer de roeispanen niet gebruikt worden, worden ze vastgezet in de Bevestigingen om schade te voorkomen.
Installatie Buitenboordmotor
1. Wanneer de boot volledig opgeblazen en te water gelaten is, wordt de buitenboordmotor op de Montageplaats in het midden van de Dwarsplank bevestigd.
2. Bevestig de motor op zijn plaats door de Touwen door de openingen in de dwarsplank te steken.
Opmerking:
-Lees de instructies van de buitenboordmotor voor de correcte installatie en het gebruik.
Opbergen
1. Haal de Roeispanen uit de dollen.
Opmerking: Bewaar alle accessoires voor later.
2. Maak de boot zorgvuldig schoon met een zachte zeep en schoon water.
Opmerking: Gebruik geen aceton, zure en/of alkalische oplossingen.
3. Laat het product niet drogen aan rechtstreeks zonlicht.
Opmerking: Droog de boot nooit met apparaten zoals elektrische blazers. Dit kan de boot beschadigen en de levensduur ervan verkorten.
4. Om de boot af te laten, open de Luchtkleppen door de Luchtkleppen door de controleschacht in te duwen en te draaien tot de kleppen open blijven. Laat de kamers van de romp tegelijk af,
zodat de luchtdruk gelijktijdig afneemt. Zo voorkomt men schade aan de interne structuren van de boot.
5. Laat vervolgens de Kiel af.
6. Vouw de boot op van voor naar achter, om de resterende lucht af te laten. U kunt ook een pomp gebruiken om de resterende lucht af te voeren.
Opgelet
1. Wanneer men aan land komt, moet de boot gedragen worden. Sleep hem niet over zand of de grond, om schade te voorkomen.
2. Als u de Sleepringen gebruikt om de boot te slepen, ga dan langzaam te werk om geen schade te voorkomen.
Veiligheidsvoorschriften
Volg alle Veiligheidsvoorschriften en Gebruiksaanwijzingen. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot overbelasting, ontploffen van de boot en verdrinking.
1. Wanneer de boot gebruikt wordt, moeten de veiligheidsinrichtingen zoals zwemvesten en boeien vooraf gecontroleerd worden en altijd gebruikt worden.
2. Vóór elk gebruik worden alle onderdelen van de boot grondig nagekeken, inclusief de luchtkamers, de grijptouwen, de roeispanen en luchtkleppen, om erover te waken dat alles in goede
conditie verkeert en stevig vast zit. Voer de nodige reparaties uit wanneer u schade vaststelt.
3. Emmers, waterschoppen en luchtpompen moeten altijd beschikbaar zijn in geval van een luchtlek of wanneer de boot water opneemt.
4. Het aantal inzittenden en het laadgewicht mogen in geen geval de aangeduide capaciteiten overschrijden. Raadpleeg de Technische Kenmerken in deze handleiding voor het maximaal
aantal inzittenden en de belasting van uw boot. Overgewicht zal de boot doen kantelen en leiden tot verdrinking.
5. Wanneer de boot in beweging is, moeten alle inzittenden blijven zitten om niet in het water te vallen.
6. Gebruik de boot dichtbij de kust en let op natuurlijke verschijnselen zoals de wind, eb en vloed en golven. Let op aflandige wind en stromen.
7. Wees voorzichtig bij het aan land gaan. Scherpe en ruwe voorwerpen zoals rotsen, cement, schelpen, glas enz. kunnen de boot doorboren.
8. De opblaasbare boten van Bestway
blazen om te voorkomen dat de boot gaat zinken.
9. Om schade te voorkomen, de boot niet slepen over ruwe oppervlakken.
10. Stel de boot niet te lang bloot aan rechtstreeks zonlicht, omdat de hoge temperaturen de lucht in de kamers zullen doen uitzetten, met mogelijk onherroepelijke schade tot gevolg.
11. Bij de keuze van een buitenboordmotor, raadpleeg de Technische Kenmerken in de instructies om de correcte paardenkracht te raadplegen.
12. Voor elektrische motoren op batterijen dient opgemerkt dat het zuur van de batterijen bijtend kan zijn en schade kan veroorzaken aan de huid en het materiaal van de boot.
13. Voor de motor die draait op brandstof zoals gas, olie of benzine moet voorzichtig te werk gegaan worden. Deze ontvlambare producten moeten uit de buurt van naakte vlammen
gehouden worden. Maak het materiaal van de boot onmiddellijk schoon als er brandstofspatten op zitten.
14. Blaas op volgens de genummerde luchtkamers en nominale waarde aangegeven op de boot, want als te veel opgeblazen wordt kan de boot ontploffen.
15. Houd de boot in evenwicht. Een ongelijke verdeling van de personen of lasten in de boot kan de boot doen kantelen en zal leiden tot verdrinking.
16. Uw gedrag moet verantwoordelijk zijn. Negeer daarom de veiligheidsvoorschriften niet, omdat dit uw leven en dat van de anderen in gevaar kan brengen.
17. Volg deze regels om verdrinking, verlamming of andere ernstige verwondingen te voorkomen.
Reparaties
1. In geval van een lek moet water op het oppervlak van de boot gesproeid worden en wordt nagekeken of er luchtbellen te zien zijn. Ook een zeepsop werkt.
2. Gebruik de bijgeleverde reparatiepatch en de vinyllijm, droog de beschadigde zone, breng de vinyllijm aan en plaats er de patch op. Wrijf eventuele luchtbellen weg.
All manuals and user guides at all-guides.com
.
®
hebben vier luchtkamers. Als een kamer lek raakt wanneer de boot in het water is, kan het noodzakelijk zijn de overige kamers wat meer op te
®
19
S-S-000753