Collected_MB-830_q6.qxd
1. Inverter
2. Aansluitkabel met accuklemmen
3. Bedieningshandleiding
Om de inverter in bedrijf te nemen, verbindt
u eerst de rode klem met de pluspool (+) en
de zwarte klem met de minpool (—) van de
accu.
Let er bij het plaatsen van de klemmen op
dat de accupolen schoon zijn.
1. 230V-wisselspanningsuitgang
2 Controle-LED 'ON/OFF' groen
3 ON/OFF-schakelaar
4 Controle-LED rood (overbelastings-
en onderspanningsaanduiding)
5 Plus-contact (rode klem)
6 Min-contact (zwarte
klem)
Let op! De lengte en de doorsnede van de
aansluitkabel zijn op elkaar afgestemd!
Niet eigenmachtig veranderen!
U neemt de inverter in bedrijf door bediening van
de ON/OFF-schakelaar. In schakelaarstand 'ON'
brandt de groene controle-LED 'POWER'. Daalt
de accuspanning tijdens het gebruik onder de
10,7 V bij de 830-012PP resp. 24,4 V bij de 830-
024PP , dan klinkt een waarschuwingssignaal en
licht de rode controle-LED op. Daalt de
accuspanning nog verder, dan wordt de inverter
uitgeschakeld. Bij te grote opwarming wordt de
inverter uitgeschakeld — de rode controle-LED
brandt. Schakel door indrukken van de ON/OFF-
schakelaar de inverter uit. Nadat hij afgekoeld is,
kan de inverter weer ingeschakeld worden. Bij
gebruik van de Pocket Power gedurende langere
tijd en bij de hoogste belasting is het aan te
bevelen, de motor te starten om de voertuigaccu
08.06.2004
15:20 Uhr
Leveringsomvang
Aansluiting van de inverter
Het in bedrijf nemen van de inverter
24
Seite 24
De afbeelding toont de Europese versie van
de ondulator. De 230-V-uitgang op het toestel
is afhankelijk van het land.
1
2
3
4
Let erop dat de klemmen zich aan de juiste
polen bevinden. Bij omgekeerd aansluiten
van de klemmen op de polen ontstaat een
grote vonkoverslag en branden de interne
zekeringen door. Alleen een vakman mag
de zekering vervangen!
weer op te laden. De inverter kan bij draaiende
of uitgeschakelde motor worden gebruikt. De
motor moet echter niet blijven draaien wanneer
de Pocket Power is ingeschakeld, omdat de
stroomtoevoer naar de sigarettenaansteker
tijdens het starten niet continu zou kunnen zijn.
5
6