NL
Belangrijk
Zelfs wanneer uw ventilator hoger dan 2,30m boven de grond hangt, dient u erop te letten dat
de vleugels vrij kunnen draaien en dat er geen voorwerpen in de draaicirkel terechtkomen.
onderhoud van de ventilator
U kunt de levensduur van uw ventilator verlengen, als u volgende aanwijzingen opvolgt:
1. De verschillende delen van de plafondmontage en de houder 2 maal per jaar controleren. De
componenten van de ventilator kunnen op bepaalde delen speling hebben.
2. Gebruik nooit water om de motor of andere elektrische delen van de ventilator te reinigen,
dit zou tot kortsluiting kunnen leiden.
3. Gebruik voor het reinigen van de vleugels en de behuizing een zachte doek.
4. Invetten van de lagers is niet noodzakelijk, omdat de lagers reeds duurzaam gesmeerd zijn.
Vergeet niet te controleren of de aansluiting van de aarddraad op de aansluitstrip en alle meta-
len delen goed zijn aangesloten. ( de kabelschoenen bij elk aardsymbool aansluiten )
Hulp bij storingen
toring
De ventilator komt
niet in beweging.
De ventilator
maakt bijgeluiden.
De ventilator scho-
mmelt te sterk.
Let op: Het apparaat mag alleen door een vakman worden geopend en gerepareerd.
54
Oplossing
Controleer de zekeringen op uw stoppenkast en die van andere aanslui-
tingen.
Controleer de aansluiting van de ventilator op het lichtnet.
Controleer of de zekeringen in de stoppenkast goed geplaatst zijn.
Controleer of alle moeren goed zijn aangedraaid.
Geef de ventilator en de lagers een inlooptijd van 24 uur. De meeste
bijgeluiden zijn na verloop van deze tijd weg.
Alle ventilatorbladen zijn gewogen en naar gewicht gegroepeerd. De dicht-
heid kan variëren en daardoor schommelingen veroorzaken, zelfs wanneer
alle bladen hetzelfde gewicht hebben. De volgende methode kan ertoe
bijdragen, dat schommelingen in de meeste gevallen voorkomen worden.
De schommelingen dienen na ieder voorval te worden gecontroleerd.
Bedenk echter, dat kleine schommelingen heel normaal zijn en dan geen
probleem betekenen.
De meeste schommelingen ontstaan, doordat één van de vleugels niet
meer op de andere vleugels is afgesteld. Het afstellen van de vleugels is
makkelijk met behulp van een vlakke liniaal. Plaats de liniaal loodrecht
tegen het plafond en van daaruit op de punt van het vleugelblad. Markeer
vervolgens de afstand tussen vleugelzijde en het plafond. Draai vervolgens
de bladen langzaam met de hand en doe dezelfde meting op de andere
bladen. Wanneer één van de bladen niet goed is afgesteld, kunt u dit
opheffen door de houders licht naar boven of naar onderen te drukken,
daarmee stelt u de bladen op elkaar af.
Controleer of de houder goed in het plafond verankerd is.