8.
INSTALLATIE GASAANSLUITING
- De gasaansluiting dient te voldoen aan EN 1949 en EN 732
- De installatie van de gascomponenten mag alleen door een gekwalificeerde partij
worden uitgevoerd. Zorg voor kwalitatief goede onderdelen die gekeurd zijn.
- De gascomponenten moeten conform de meest recente technische regelgeving
worden geïnstalleerd.
- De gasleidingen of slangen moeten zodanig worden aangelegd dat deze niet in
contact komen met hete of scherpe onderdelen.
- Brandbaar materiaal moet buiten bereik van de koelkast worden gehouden.
- De toevoerleiding van de koelkast moet zijn uitgerust met een gaskraan, waarmee
de gastoevoer kan worden afgesloten. Deze gaskraan moet goed bereikbaar zijn voor
de gebruiker.
- Maak de aansluitingen gasdicht door middel van een goedgekeurd verbindingsstuk
volgens de lokale regelgeving.
- Indien er gebruik wordt gemaakt van een gasslang, zorg dan voor een goedgekeurd
type gasslang volgens de locale regelgeving.
- Positioneer de slang zo, dat deze niet getordeerd is, niet kan draaien en dat er geen
knikken in kunnen ontstaan.
- Een gasslang heeft een beperkte levensduur. Breng daarom de gasslang zo aan,
dat het mogelijk is om deze te vervangen. Controleer een slang regelmatig op breuk,
scheurtjes en veroudering. Vervang de slang bij twijfel. Let ook op de maximale
levensduur van de slang en vervang de slang op tijd met inachtname van de
tijdslimieten gegeven door de fabrikant of de lokale regelgeving.
- Maak, indien het onderste ventilatierooster niet op vloerhoogte of daaronder komt,
aan de achterkant van de koelkast een gat in de vloer (zie figuur 7). Dit gat zorgt
ervoor dat bij lekken het gas naar buiten kan en niet ophoopt op de vloer. Dit gat moet
tenminste een doorsnede van Ø40 mm hebben en voldoen aan de locale regelgeving.
- Bevestig op plaatsen waar metalen gasleidingen de vloer ingaan een water- en
gasdichte rubberen band rondom de leiding om vibratie en slijtage te voorkomen.
- Controleer de gasaansluitingen op lekkage na volledige installatie van de koelkast.
- FIGUUR 16: Voor keuze gastype, zie het typeplaatje aan de binnenkant van uw
16
koelkast
.
en de tabel voorin dit boekje.
- Zie het typeplaatje aan de binnenkant van uw koelkast voor de werkdruk van de
gasdrukregelaar.
9.
BEDRADINGSCHEMA'S
17
FIGUUR 17 : Bedradingsschema N80, N100.
.
18
FIGUUR 18 : Bedradingsschema N145
.
FIGUUR 19 : Bedradingsschema N180
19
.
NL
50