4.7 Afstelling luchtsmeerapparaat
De afstelschroef (E) is op de fabriek zodanig afgesteld, zodat
er geen olie voor het smeren van het systeem wordt geleverd.
Voor de beginafstelling schakelt u de lucht in om deluchttoevoer
naar het systeem te starten. Draai aan de afstelschroef om de
druppelsnelheid van de olie bij te stellen. De afstelschroef naar
links draaien verhoogt de druppelsnelheid (zie fi g. 6). Stel de
druppelsnelheid eerst in op één tot twee druppels per minuut, en
stel de snelheid nauwkeuriger af nadat het systeem zijn normale
bedrijfstemperatuur bereikt.
Om de smering te controleren houdt u een spiegeltje bij de
luchtuitlaat. Als er een aanzienlijke oliefi lm verschijnt, moet de
smering worden verminderd.
4.8 Afstelling luchtdrukregulateur
Trek de afstelknop recht omhoog om hem
te ontsluiten. De afstelknop moet naar
rechts worden gedraaid voor het verhogen,
en naar links voor het verlagen van de
uitlaatdrukinstelling. Om de druk te verlagen
moet de druk eerst lager dan gewenst
worden ingesteld, en daarna op de gewenste
uitlaatdruk (zie fi guur 6).
5.0 WERKING
BELANGRIJK: Indien mogelijk mag slechts één gebruiker
de momentsleutel en pomp bedienen. Dit kan onopzettelijke
activering van de pomp voorkomen terwijl de operator bezig is
met het plaatsen van de momentsleutel
1.
Controleer alle systeemfi ttingen en -aansluitingen, om te
verzekeren dat zij goed vastzitten en niet lekken.
2.
Controleer het oliepeil in het reservoir en
vul indien noodzakelijk olie (zie sectie 4.4).
3.
Zorg
ervoor
dat
de
verwijderd
en
de
geïnstalleerd is (zie sectie 4.1)
WAARSCHUWING: in de volgende stap start
de motor en de klep schakelt automatisch,
terwijl de torsiesleutel wordt ingetrokken.
Verifi eer voordat de motor wordt gestart
dat de torsiesleutel zodanig geplaatst
is, dat letsel of apparatuurschade wordt
vermeden.
4.
Om de pomp te starten drukt u op de
groene "AAN/VOORUIT"-knop (F) op de afstandsbediening
(handset). Zo lang de groene knop ingedrukt wordt gehouden
gaat de sleutel vooruit.
5.
Laat de groene knop los om de sleutel in te trekken. De motor
blijft "AAN".
6.
Druk op de rode "UIT"-knop (G) op de afstandsbediening om
de pompmotor te stoppen.
7.
Om de hydraulische druk op de sleutel op de sleutel en
slangen op te heff en houdt u de rode "UIT"-knop ingedrukt.
Druk 3 keer of vaker op de groene "AAN/VOORUIT"-knop,
totdat de drukmeter 0 (nul) druk aangeeft. De slangen kunnen
nu worden verwijderd.
VOORZICHTIG: ZORG ERVOOR DAT DE MOTOR
UITGESCHAKELD IS EN NIET DRAAIT DOOR OP DE
RODE "UIT"-KNOP TE DRUKKEN, VOORDAT DE
BRON VAN DE LUCHTTOEVOER WORDT UITGESCHAKELD OF
ONTKOPPELD.
E
Figuur 6
verzendingsdop
ON/ADV
ontluchtingsdop
OFF
Figuur 7
5.1 Ontluchting van het hydraulisch systeem
Wanneer de momentsleutel de eerste keer op de pomp wordt
aangesloten, is er lucht in het hydraulisch systeem opgesloten.
Om een soepele en veilige werking te verzekeren moet de lucht
worden verwijderd door de momentsleutel een aantal keren
onbelast heen en weer te laten gaan totdat de sleutel zonder
hapering in- en uitgaat.Vóór gebruik het oliepeil controleren.
5.2 Werkingsprocedure van de manometer en transparante
insteekmomentschalen
Op de pomp is een manometer geïnstalleerd.
Gemakshalve worden bij elke pomp
transparante insteekmomentschalen
geleverd. Een insteekmomentschaal
past over de schaalverdeling van
de manometer drukmeter, en zet
de drukafl ezingen gemakkelijk om
in (aanhaal)moment-uitlezing (zie
fi g. 8). De insteekmomentschalen
zijn voorzien van zowel Nm als
Ft.lbs
schallverdeling.
schaalverdeling
te
voor bijvoorbeeld een lagere of
hogere capaciteit momentsleutel
verwisselt
u
simpelweg
insteekmomentschaal.
WAARSCHUWING:
Iedere Elk
insteekmomentschaal is
UITSLUITEND op maat gemaakt
voor een specifi eke Enerpac-
momentsleutel, en mag niet op
andere sleutels worden gebruikt.
5.3 Omwisselen van
F
insteekmomentschaal
1.
Verwijder
de
G
vleugelmoeren die de fl ens van
de voorste meter op zijn plaats
houden (zie fi g. 9).
2.
Verwijder de voorste fl ens en de
insteekmomentschaal (zie fi g. 10).
3.
Breng
de
insteekmomentschaal op de fl ens
aan (vergeet niet te verifi ëren dat
de
juiste
insteekmomentschaal
op de te gebruiken Enerpac-
momentsleutel wordt geplaatst),
en breng de insteekmomentschaal
op één lijn met de holtes aan de
achterkant van de fl ens (zie fi g. 11).
4.
Houd de insteekmomentschaal
achter de fl ens (zie fi g. 10.) en zet
de insteekmomentschaalop de punten van de knop; verplaats de
insteekmomentschaal zoals benodigd en draai de knoppen met de
hand vast (zie fi g. 9).
De fl ens drukt de insteekmomentschaal op de manometer
en houdt hem op zijn plaats. Zie de instructies voor de
momentsleutel voor de vereiste hoeveelheid hydraulische
druk om het gewenste aanhaalmoment te genereren. Let erop
dat de maximale hydraulische druk voor de verschillende
momentsleutels en toebehoren kan variëren.
34
Figuur 8
Om
de
wijzigingen
van
Figuur 9
drie
zwarte
Figuur 10
gewenste
Figuur 11