de handgreep (fig. 2B) op. Plooi de wandelwagen vervolgens
dicht door het midden van de boodschappenmand met de voet
omlaag te drukken (fig. 26).
27. De dichtgeplooide en vergrendelde wandelwagen blijft nu
rechtop staan (fig. 27).
HET AUTOSTOELTJE GEBRUIKEN
De wandelwagen is uitgerust met klemmen, waarmee twee
KEYFIT autostoeltjes kunnen worden bevestigd, zonder extra
bevestigingsmechanismen te gebruiken.
LET OP: Lees het bijbehorende instructieboekje aandachtig
door om het autostoeltje te gebruiken.
LET OP: alleen CHICCO KEYFIT autostoeltjes kunnen aan de
wandelwagen bevestigd worden.
Een oneigenlijk gebruik van deze wandelwagen met een niet
compatibel autostoeltje kan het kind ernstig letsel berokkenen.
LET OP: Alvorens de wandelwagen in combinatie met het au-
tostoeltje te gebruiken, dient altijd te worden gecontroleerd of
het bevestigingssysteem goed vergrendeld is.
LET OP: het kind moet altijd met de veiligheidsgordels aan het
autostoeltje te worden vastgemaakt.
HET AUTOSTOELTJE AAN DE VOORSTE ZITTING
BEVESTIGEN
28. Verwijder de stootbeugel en laat de voorste rugleuning van
de wandelwagen naar voren hellen. Volg hierbij de instructies van
paragraaf 20 om het verstelmechanisme van de rugleuning te de-
blokkeren. Duw de rugleuning vervolgens naar voren (fig. 28).
29. Haal de zijpanelen met de velcro omhoog, zodat de zijde-
lingse bevestigingen vrijgelaten worden (fig. 29).
30. Plaats het autostoeltje op de zitting ter hoogte van de zij-
delingse bevestigingen. Het autostoeltje wordt automatisch
aan de twee klemmen vastgezet en er is een bevestigingsklik
te horen (fig. 30). Probeer het autostoeltje op te tillen om te
controleren of het goed is vastgezet.
LET OP: Zodra het autostoeltje is verwijderd, dienen de pane-
len weer te worden vastgezet, alvorens de wandelwagen weer
te gebruiken.
HET AUTOSTOELTJE AAN DE ACHTERSTE ZITTING
BEVESTIGEN
31. Nadat je de achterste zitting volgens de instructies van pa-
ragraaf 22 helemaal hebt neergelaten, zet je het autostoeltje
op de achterste zitting ter hoogte van de zijdelingse bevestigin-
gen (fig. 31A). Het autostoeltje wordt automatisch aan de twee
klemmen vastgezet en er is een bevestigingsklik te horen (fig.
31B). Probeer het autostoeltje op te tillen om te controleren of
het goed is vastgezet.
HET AUTOSTOELTJE VERWIJDEREN
32. Om het autostoeltje van de zittingen van de wandelwagen
te verwijderen, druk je op de handgreep achter het stoeltje en
til je het van de wandelwagen (fig. 32).
ACCESSOIRES
LET OP: het kan zijn dat de vervolgens beschreven accessoires
bij enkele uitvoeringen van het product niet aanwezig zijn. Lees
de instructies betreffende de accessoires die aanwezig zijn bij
de door jou gekochte uitvoering aandachtig door.
REGENHOES
LET OP: let bijzonder goed op tijdens het gebruik van de re-
genhoes.
33. Om de regenhoes te bevestigen, laat je de banden om de
buizen van de wandelwagen lopen en zet je de banden en vel-
cro vast op de plaatsen, die in afbeelding 33 worden getoond.
Laat de regenhoes na het gebruik aan de lucht drogen als ze
nat is.
LET OP: de regenhoes mag niet zonder kap of zonnekap op de
wandelwagen worden gebruikt, omdat het kind hierdoor kan
stikken.
LET OP: als de regenhoes op de wandelwagen is aangebracht,
mag je hem wegens het gevaar voor oververhitting nooit met
het kind erin in de zon zetten.
VOETENZAK
34. Om de voetenzak aan te brengen, maak je de velcrobanden
aan beide kanten vast, na de voetenzak onder de stootbeugel
door te hebben gehaald, zoals wordt getoond in afbeelding
34.
Belangrijke opmerking: de afbeeldingen en instructies in dit
boekje hebben betrekking op een bepaalde uitvoering van de
wandelwagen. Sommige onderdelen en functies die hier wor-
den beschreven, kunnen afhankelijk van de door jou gekochte
uitvoering anders zijn.
34
S
VI
FÖ
O
BO
SA
PR
AT
VA
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•