Verpakking; Uitpakken; Plaatsing; Opslag - Senco AC33024 Instrucciones De Empleo

7. VERPAKKING

De machine is door de fabrikant verpakt in een kartonnen doos
met twee handvaten en deze bevat 1 machine en 1 instructie-
en onderhoudshandleiding.

8. UITPAKKEN

Plaats de verpakking eerst op de grond op een vlakke onder-
grond, noodzakelijk voor de stabiliteit, en haal u de machine uit
NL
de verpakking met inachtneming van de aanwijzingen in par. 6.
HET WORDT AANBEVOLEN DE VERPAKKING AF TE
VOEREN VOLGENS DE DIVERSE SOORTEN MATERI-
ALEN MET STRICTE INACHTNEMING VAN DE
GELDENDE WETGEVING IN HET LAND VAN GEBRUIK.

9. PLAATSING

De machine moet worden gebruikt op een werkplek die de
in par. 4 beschreven karakteristieken heeft, geplaatst op een
vlakke vloer die de stabiliteit garandeert in rekening houdend
met de massa en de afmetingen (zie par. 30).
OM AAN DE GEAUTORISEERDE MEDEWERKERS DE
MOGELIJKHEID TE GARANDEREN OM IN VEILIGHEID
TE WERKEN, WORDT AANGERADEN DE MACHINE TE
PLAATSEN OP EEN MIN. AFSTAND VAN 1 M. VAN ANDERE
OBJECTEN EN/OF MET EEN VRIJE OMTREK VAN 1 m.

10. OPSLAG

• Wanneer de machine gedurende een lange tijd niet wordt
gebruikt, moet deze in een veilige omgeving worden opge-
slagen, met geschikte temperatuur en vochtigheidsgraad en
beschermd tegen stof.
• Het wordt aangeraden, alvorens de machine op te slaan, de
condens uit het luchtvat af te voeren.

11. ELEKTRISCHE AANSLUITING

De machine kan op het elektriciteitsnet worden aangesloten
door de stekker van de voedingskabel in het contact te steken.
HET ELEKTRISCHE VOEDINGSNET WAAROP DE
MACHINE WORDT AANGESLOTEN MOET CONFORM
DE VEREISTEN ZIJN DIE DE GELDENDE WETGEVING
VOORZIET IN HET LAND VAN GEBRUIK, HET MOET VOLDOEN
AAN DE IN PAR. 2 VERMELDE TECHNISCHE KARAKTERIS-
TIEKEN EN VOORZIEN ZIJN VAN EEN ADEQUATE "AARDING-
SINSTALLATIE".
ELK TYPE GEBRUIKT ELEKTRISCH MATERIAAL VOOR DE
AANSLUITING MOET GESCHIKT ZIJN VOOR HET GEBRUIK,
"CE" GEMARKEERD ZIJN MITS ONDERWORPEN AAN DE
RICHTLIJN LAAGSPANNING 2006/95/EG EN CONFORM ZIJN
AAN DE VEREISTEN VAN DE GELDENDE NORMEN IN HET
LAND VAN GEBRUIK VAN DE MACHINE.
NIET-NALEVING VAN DE HIERBOVEN BESCHREVEN WAAR-
SCHUWINGEN KAN ONHERSTELBARE SCHADE AAN DE
ELEKTRISCHE INSTALLATIE VAN DE MACHINE TOEBRENGEN
EN DIENTENGEVOLGE DE GARANTIE DOEN KOMEN TE
VERVALLEN.
DE FABRIKANT WEIGERT ELKE AANSPRAKELIJKHEID VOOR
DEFECTEN OF AFWIJKINGEN AAN DE MACHINE VERO-
ORZAAKT DOOR SCHOMMELINGEN VAN ELEKTRISCHE
SPANNING BUITEN DE DOOR DE DISTRIBUTEUR VOORZIENE
SPELING (SPANNING ±10%, FREQUENTIE ±2%).
INDIEN NODIG IS HET VERPLICHT DE MACHINE UITSLUI-
TEND AAN TE SLUITEN OP GENERATOREN VAN ELEKRISCHE
STROOM MET EEN GROTER VERMOGEN DAN HET GEÏN-
STALLEERDE ELEKTRISCHE VERMOGEN (ZIE PAR. 30), OM DE
ABSORPTIEPIEK BIJ HET OPSTARTEN OP TE VANGEN.
12. AANSLUITING VAN DE LUCHTSLANG
(VERLENGING) EN VAN DE GEREEDSCHAPPEN
1) Sluit het gereedschap op de luchtslang (verlenging) aan.
2)
Sluit de luchtslang (verlenging) aan op de snelafsluiter
output lucht van de machine (rif. 14).
DE FABRIKANT WEIGERT ELKE AANSPRAKELIJKHEID
VOOR SCHADE AAN PERSONEN, DIEREN EN DINGEN
DIE ZIJN VEROORZAAKT DOOR NIET-NALEVING VAN
DE HIERBOVEN BESCHREVEN WAARSCHUWINGEN.
HET IS VERPLICHT LUCHTSLANGEN (VERLENGSTUKKEN),
KOPPELSTUKKEN EN GEREEDSCHAP TE GEBRUIKEN DIE
CONFORM ZIJN AAN WAT IS VOORGESCHREVEN DOOR DE
RESPECTIEVE FABRIKANTEN VERSTREKTE INSTRUCTIE-
HANDLEIDINGEN.
HET GEBRUIK VAN LUCHTSLANGEN (VERLENGSTUKKEN),
KOPPELSTUKKEN , EN NIET GESCHIKT GEREEDSCHAP EN/
OF GEREEDSCHAP DAT NIET CONFORM DE GELDENDE
NORMEN IS, IS ABSOLUUT VERBODEN.

13. AANGEBRACHTE BEVEILIGHEIDSAPPARATUUR

1) VEILIGHEIDSKLEP (4): is een gecertificeerde veiligheidsklep
(geijkt op 10,5 bar), geïnstalleerd op de pneumatische instal-
latie onder de pressostaat. Hij dient voor de afvoer van de
overdruk van de installatie indien de pressostaat, vanwege
eventuele afwijkingen, niet functineert. De aanwending van
de veiligheidsklep verplicht de medewerker tot het uitzetten
van de machine en vereist de interventie van de technici.
2) PRESSOSTAAT (8): is een elektro-pneumatisch apparaat
(geijkt op min. 7 bar, max. 10 bar) gernstalleerd op de
pneumatische installatie. Hij zorgt voor het automatisch
opstarten van de machine wanneer de bedrijfsdruk tot 7
bar daalt en voor automatische uitschakeling wanneer de
bedrijfsdruk de 10 bar bereikt.
3) VAST BESCHERMINGSROOSTER VAN DE KOELVENTI-
LATOR (17): is een vaste beveiliging bestaande uit een
plastic rooster met schroeven bevestigd op de pomp- en
bicilindrische groep. Hij voorkomt toevallig contact met de
werkende koelventilator.
38
14