3 HET INSTRUMENT GEBRUIKEN (vervolg)
8
De %RV wordt getoond op de schaal onder de pijl. In
onderstaand voorbeeld is de %RV = 58.
%
Noteer de natteboltemperatuur (bv. 20) om de dauwpuntwaarde te
bepalen. Zoek deze waarde op de schaal voor de
drogeboltemperatuur. Het dauwpunt is de gelijkwaardige waarde op de
schaal voor natteboltemperatuur. In dit voorbeeld is het dauwpunt 15.
4 TTECHNISCHE SPECIFICATIES
Thermometers
%RV
(in bereik van 10% tot 100%)
Dauwpunt
Opmerking: Factoren als de barometerdruk kunnen deze waarden licht beïnvloeden.
Gebruik voor drogeboltemperaturen boven de 21 °C (70 °F) de
schaaluitlezing voor hoge waarden. Gebruik voor drogeboltemperaturen
onder de 21 °C (70 °F) de schaaluitlezing voor lage waarden.
www.elcometer.com
NAT
15
20
DROOG
20
RH
Nauwkeurigheid
(±5.5°F)
20
25
30
40
50
Bedrijfstemperatuur
±5%
±3°C
30
%RH
60
-5°C tot +50°C
(+30°F tot +110°F)
0°C tot +38°C
(+32°F tot +100°F)
0°C tot +30°C
(+32°F tot +86°F)
R
nl-2