grendelde stand. Houd daarbij met de
tweede hand het apparaat vast.
De instelknop dient niet om de
hoogte in te stellen, maar om de
slijtage te compenseren. De keuze
van een verstelpositie zonder
overeenkomstige slijtage kan tot
overbelasting van de motor en tot
beschadiging van de wals leiden.
E
In- en uitschakelen
Let er vóór het inschakelen op
dat het apparaat geen voor-
werpen raakt. Houd voeten en
handen op een veilige afstand
van de wals en van de uitwerp-
opening. Er bestaat gevaar voor
verwondingen!
1. Plaats het apparaat op een effen gras-
veld.
2. Steek de stekker van het verlengsnoer
in de apparaatcontactdoos (13) aan
het handvat.
3. Voor de trekontlasting vormt u uit het
uiteinde van het verlengsnoer een lus
en haakt u deze in de trekontlasting
(15) vast.
4. Sluit het apparaat op de netspanning
aan.
5. Om in te schakelen, drukt u de ont-
grendelknop (14) aan het handvat in
en houdt u tegelijkertijd de starthef-
boom (16) ingedrukt. Laat de ontgren-
delknop (14) los.
6. Om uit te schakelen, laat u de starthef-
boom (16) los.
Bescherming tegen overbelas-
ting: in geval van overbelasting
van het apparaat schakelt de
motor automatisch uit. Laat de
starthefboom los en start het ap-
paraat na een afkoeltijd van onge-
veer 1 minuut opnieuw.
Opgelet! Wals loopt na het uit-
schakelen na. Kantel of draag
het apparaat niet bij een draai-
ende motor en raak de draai-
ende wals niet aan.
Er bestaat gevaar voor verwon-
dingen!
Werken met het apparaat
Om een onderhouden gazon te verkrijgen,
bevelen wij u aan, telkens na 4 tot 6 we-
ken te verluchten. Het verticuteren is een
meer intensieve ingreep dan het verluch-
ten en hoeft daarom slechts één keer per
jaar te gebeuren. Het beste tijdstip is het
voorjaar na het eerste maaien.
Werk op hellingen altijd haaks
op de helling. Wees uiterst voor-
zichtig bij het achteruitstappen
en het trekken aan het apparaat.
Er bestaat struikelgevaar!
Hoe korter het gazon gemaaid is,
hoe beter het behandeld kan wor-
den. Daardoor wordt het apparaat
minder belast en wordt de levens-
duur van de wals verlengd.
•
U kunt het apparaat met of zonder
vangkooi gebruiken. Om te verluchten,
is het aanbevelenswaardig, met vang-
kooi te werken en om te verticuteren
zonder vangkooi.
•
Verwijder eventueel aardresten aan de
veren van de beschermingsinrichting
tegen stoten en/of van de behuizing
van het apparaat om de sluitfunctie
van de beschermingsinrichting tegen
NL
69