Algemene veiligheidsinstructies
2.2
Veiligheid bij de omgang met vloeibaar gas
Houd brandbare stoffen uit de buurt van verwarmings- en kook-
!
toestellen, evenals andere licht- en warmtebronnen.
Gevaar voor verstikking!
Zorg er voor het inschakelen van het toestel voor, dat de ruimte
voldoende is geventileerd. Tijdens het gebruik moeten er venti-
latieopeningen met een vrije diameter van ten minste 50 cm
beschikbaar zijn in opstelruimte. Deze openingen kunnen af-
sluitbaar zijn, moeten echter bij gebruik van de pit worden geo-
pend (zie het bordje dat is aangebracht boven de kookplaat).
Vergelijk de aangegeven druk op het typeplaatje met de druk
die is aangegeven op de drukregelaar.
Bewaar nooit gasflessen voor vloeibaar gas op niet-geventileer-
de plaatsen.
Bescherm flessen met vloeibaar gas tegen directe zonnestra-
len. De temperatuur mag niet hoger zijn dan 50 °C.
Indien u gas ruikt:
– Alle vensters openen en de ruimte verlaten.
– Geen elektrisch toestel gebruiken en het gebruik van open
vlammen vermijden. Hierdoor kan het gas ontsteken.
– Sluit het gasflesventiel en houd deze gesloten, totdat de fout
is verholpen.
– Probeer nooit het lek met een vlam te vinden.
De kookplaat mag niet worden gebruikt tijdens het tanken, in
garages en op veerboten.
2.3
Veiligheid bij het gebruik van het toestel
Draag tijdens het gebruik van de kookplaat geschikte kleding.
!
Draag geen loshangende kledingstukken, die vuur kunnen vat-
ten.
Laat de kookplaat tot op omgevingstemperatuur afkoelen, voor-
dat u het met blote handen aanraakt.
Houd de omgeving rondom de kookplaat vrij van vet, alcoholi-
sche stoffen, kunststof materiaal en brandbaar textiel (zoals
gordijnen, handdoeken, keukenmaterialen).
Hang geen handdoeken, papier, gordijnen of andere brandbare
materialen in de buurt van de kookplaat en leg deze er ook niet
op.
80
All manuals and user guides at all-guides.com
CC09, CCK09, CC11
2
NL