5. Gebruik
5.5. Instelling van de richting van de luchtstroom
<De richting van de luchtuitstroom wijzigen naar beneden of naar
boven> (PCA-KA, PKA-HAL)
■
Druk, als de unit is ingeschakeld, zo vaak op Airfl ow Up/Down 6 als
nodig is.
• Met elke druk op de knop wijzigt u de richting. De huidige richting
wordt weergegeven bij 6.
• Dit is de wijzigingsvolgorde en de beschikbare instellingen.
Afstandsbediening
Swing
Zwenken
Niet-draadloos type
Swing
Zwenken
Draadloos type
* Tijdens de "swing"-handeling wijzigt de richtingsindicatie op het
scherm niet synchroon met de richting van de ventilatorbladen.
Opmerking:
●
De beschikbare richtingen zijn afhankelijk van het type unit dat is aanges-
loten.
●
In de volgende gevallen verschilt de daadwerkelijke luchtrichting van de
richting die op het display van de afstandsbediening wordt aangegeven.
1. Als op het display "STAND BY" of "DEFROST" wordt getoond.
2. Direct na het starten van de modus HEAT (als het systeem wacht tot de
moduswijziging van kracht wordt).
3. In de modus HEAT, als de omgevingstemperatuur hoger is dan de in-
gestelde temperatuur.
<De richting van de luchtuitstroom wijzigen naar links of naar rechts>
(PSA-GA)
■ Druk indien nodig op de knop voor het uitblaasrooster 7.
• De afbeelding met het uitblaasrooster 7 verschijnt.
Met elke druk op de knop wijzigt u de instelling als volgt.
(ON)
(OFF)
Snoer
Wired remote
afstandsbediening
controller
Geen weergave
No display
During swing operation, the arrow display
(Stop)
move to the left and right.
Draadloze
Wireless remote
afstandsbediening
controller
Geen weergave
No display
During swing operation, the arrow display
(Stop)
move to the left and right.
<[Handmatig] De richting van de luchtstroom wijzigen naar links of
naar rechts>
* De toets voor lamellen 7 kan niet worden gebruikt.
• Stop het apparaat, houd de hendel van de lamellen
vast en stel de gewenste richting in.
* Stel de richting niet naar binnen in als het apparaat
in de modus koelen of drogen staat omdat dat kan
leiden tot condensatie of druppelen.
Voorzichtig:
Zorg voor een stevige ondersteuning als u het apparaat bedient om
vallen te voorkomen.
68
Display
Auto
1
2
3
4
1
2
3
Als de swingfunctie actief is, bewegen de pijlen op
het display van links naar rechts.
Als de swingfunctie actief is, bewegen de pijlen op
het display van links naar rechts.
5.6. Ventilatie
► Voor de LOSSNAY-combinatie
5.6.1. Voor de snoer afstandsbediening
●
De ventilator in combinatie met de binnenunit laten werken:
■
Druk op ON/OFF 1.
• De indicatie Vent wordt weergegeven op het scherm (bij 8). De
ventilator werkt nu automatisch als de binnenunit is ingeschakeld.
●
De ventilator onafhankelijk laten werken:
■
Druk op Mode 2 totdat
• Daardoor start de ventilator.
●
De ventilatorkracht wijzigen:
■
Druk, voor zover nodig, op Ventilation 8.
5
• Met elke druk op de knop schakelt u tussen de verschillende in-
stellingen, zoals hieronder vermeld.
4
Laag
(Low)
Opmerking:
Bij sommige modelconfi guraties draait de ventilator op de bin-
nenunit zelfs als u de ventilator zo instelt dat deze onafhankelijk
draait.
op het display wordt weergegeven.
Hoog
(High)