Descargar Imprimir esta página

Inbedrijfstelling - Siemens 6ES7 322-5SD00-0AB0 Manual Del Usuario

Sm 322, do 4 x 24 v/10 ma, desde versión de producto 04

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 10
Nederlands
SM 322; DO 4 x 24 V/10 mA, 6ES7322-5SD00-0AB0,
vanaf productie-stand 04
Productinformatie
Deze productinformatie bevat belangrijke aanwijzingen voor de aansluiting van signalen uit de
explosieve zone (ex-zone) op de SM 322; DO 4 x 24 V/10 mA.
Verdere informatie
Verdere informatie over de module, het gebruik van de DM 370 en ex-scheidingsbrug, alsook over de
scheiding van intrinsied veilige en niet-intrinsied veilige leidingen vindt u in het referentiehandboek
Automatiseringssystemen S7-300, M7-300, ET 200M, ex-periferiemodulen (bestanddeel van het
documentatiepakket 6ES7 398-8RA00-8BA0).
Productieplaats
Siemens AG, Industry Sector, Postfach 1963, 92209 Amberg
Vergunning
II 3 (2) G Ex nA [ib] IIC T4
Opmerking
Modulen met de vergunning
automatiseringssystemen SIMATIC S7-300 / ET 200M van de apparaatcategorie 3. Intrinsied
veilige elektrische bedrijfsmiddelen voor de zones 1 en 2 mogen worden aangesloten.
Instandhouding
De digitale module is onderhoudsvrij. De module moet voor reparatie terug worden gestuurd naar de
plaats waar ze is vervaardigd. De reparatie mag alleen daar worden verricht.
Monteren
De digitale module dient buiten de explosieve zone in een geschikte behuizing te worden ingebouwd,
die minstens de veiligheidsgraad IP 20 volgens EN 60529 waarborgt.
De digitale module dient binnen de explosieve zone (zone 2) in een geschikte behuizing te worden
ingebouwd. Deze moet minstens de veiligheidsgraad IP 54 volgens EN 60529 waarborgen;
bovendien dient bij de toepassing rekening te worden gehouden met de ongevingsvoorwaarden. Voor
de behuizing dient een verklaring van de fabrikant voor zone 2 te worden ingediend (volgens
EN 60079-15).
Als aan de kabel of aan de kabelinvoering van deze behuizing onder bedrijfsomstandigheden een
temperatuur wordt bereikt > 70 °C of als onder bedrijfsomstandigheden de temperatuur aan de
adervertakking > 80 °C kan zijn, moeten de temperatuureigenschappen van de kabel
overeenstemmen met de werkelijk gemeten temperaturen.

Inbedrijfstelling

Na de inbouw van de digitale module moeten alle desbetreffende scheidingen, verbindingsleidingen
en aansluitingen voldoen aan de voorwaarden van alinea 6.4 conform EN 50020 – 1994.
Er dienen maatregelen te worden getroffen, zodat de nominale spanning door transiënten met niet
meer dan 40 % kan worden overschreden.
A5E00348722-03
II 3 (2) G Ex nA [ib] IIC T4 mogen slechts worden gebruikt in
Nederlands

Publicidad

loading