7.2.1 Onderhoud van de luchtfi lter (fi g. 9-11)
Als luchtfi lters vervuild zijn, gaat het motorver-
mogen achteruit omdat te weinig lucht naar de
carburator wordt toegevoerd.
De fi lter dient daarom regelmatig te worden ge-
controleerd. De luchtfi lter dient om de 25 bedrijf-
suren te worden gecontroleerd en, indien nodig,
schoongemaakt. Bij zeer stoffi ge lucht dient de
luchtfi lter vaker te worden gecontroleerd.
1. Verwijder het luchtfi lterdeksel (fi g. 9-10).
2. Ontneem het fi lterelement (fi g. 11).
3. Maak het fi lterelement door uitkloppen of uit-
blazen schoon.
4. De assemblage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
Let op! Luchtfi lter nooit met benzine of brandbare
oplosmiddelen schoonmaken. Luchtfi lter met per-
slucht of door uitkloppen reinigen.
7.2.2 Onderhoud van de bougie (fi g. 12-14)
Vonkafstand van de bougie = 0,025 Inch (0,635
mm). Haal de bougie met een kracht van 14,7 -
21,5 Nm aan.
Controleer de bougie voor het eerst na 10 bedri-
jfsuren op vervuiling en reinig haar, indien nodig,
m.b.v. een koperdraadborstel. Daarna de bougie
om de 50 bedrijfsuren onderhouden.
1. Trek er de bougiestekker (fi g. 13) met een
draaiende beweging af.
2. Verwijder de bougie (fi g. 14) m.b.v. de bijga-
ande bougiesleutel.
3. De assemblage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
7.2.3 Onderhoud van de transmissie (fi g. 15)
De transmissie dient jaarlijks voor seizoenbegin
via de smeernippel (fi g. 15, pos. A) te worden
gesmeerd. Steek daarvoor een in de handel ver-
krijgbare vetspuit de smeernippel op en pers ca.
3 slagen in de handel verkrijgbaar machinevet de
transmissie in. Bij bovenmatig gebruik moet de
transmissie vaker worden bijgesmeerd.
Anl_GE_PH_2555_A_SPK7.indb 68
Anl_GE_PH_2555_A_SPK7.indb 68
NL
7.2.4 Carburator afstellingen
Let op! Afstellingen van de carburator mogen
slechts door de geautoriseerde klantenservice
worden uitgevoerd.
Afstellen van het stationaire toerental:
Let op! Het stationaire toerental bij warme motor
afstellen.
Mocht de motor van het gereedschap bij niet
ingedrukte gashendel afslaan en alle andere oor-
zaken volgens hoofdstuk 9 "verhelpen van fouten"
uitgesloten zijn, dient het stationaire toerental te
worden bijgeregeld. Draai te dien einde de afstel-
schroef voor het stationaire toerental (fi g. 16, pos.
5) met de wijzers van de klok mee tot de motor
zonder te haperen stationair blijft draaien.
Mocht het stationaire toerental te hoog zijn zodat
de snijmessen niet stilstaan, dient u het statio-
naire toerental door draaien van de desbetreff en-
de afstelschroef (fi g. 16, pos. 5) te verlagen tot de
snijmessen stil blijven staan.
7.3 Opbergen
Let op! Een fout bij het naleven van deze stappen
kan leiden tot vorming van aankoekingen aan de
binnenwand van de carburator zodat de motor
mogelijk moeilijker start of een permanente scha-
de aan de motor wordt berokkend.
1. Voer alle onderhoudswerkzaamheden uit.
2. Laat de brandstof uit de tank af (gebruik daar-
voor een in de bouwmarkt verkrijgbaar plastic
hevelpompje voor benzine).
3. Na het afl aten van de brandstof start u de
motor.
4. Laat de motor stationair draaien tot hij stopt.
Daardoor wordt de carburator van de reste-
rende brandstof ontdaan.
5. Laat de motor afkoelen (ca. 5 minuten).
6. Verwijder de bougie (zie punt 7.2.2).
7. Giet een koffi elepel tweetaktmotorolie de
verbrandingskamer in. Trek enkele keren
voorzichtig de starterkoord eruit teneinde de
binnenste onderdelen met de olie te bevochti-
gen. Draai de bougie er terug in.
8. Maak de behuizing van de motor aan de bui-
tenkant schoon.
9. Berg het gereedschap op een koude droge
plaats buiten het bereik van ontstekingsbron-
nen en van brandbare stoff en.
10. Tijdens het transport of opbergen van de
heggenschaar dient de snij-inrichting steeds
met de daarvoor voorziene bescherming te
worden afgedekt.
- 68 -
08.04.2019 08:37:06
08.04.2019 08:37:06