NL
Beschrijving en identificatie van de machine-onderdelen
FIG. A & B
Slijpen
01
-
02
Borstelen
03
Slijprichter
04
-
05
Onderstel
06
Vonkenscherm
07
Gereedschapshouder
08
-
09
Schakelaar
10
-
11
Verlichting
12
-
13
Machine assemblage
FIG. D
-
01
Montage gereedschapshouder
02
Montage vonkenscherm
03
-
04
Vaststelling van de machine
05
Machine-functionaliteit
FIG. E
Breng het gereedschap langzaam naar de slijpschijf, slijp het
toestel door er opeenvolgend op te drukken, regelmatig
in water onderdompelen. De slijpschijf moet regelmatig
afslijten over de hele breedte, verplaats het te bewerken stuk
zijdelings.
Ruwe werken : Voor het voorbewerken, afbramen of
01
slijpen gebruikt u een grove korrel (bijv. A40) en een droge
slijpschijf. Werk af met een fijnere korrel.
Wetten en scherpen : Om lemmeten te wetten of te
02
scherpen (van messen, scharen, snoeischaren, ...) gebruikt
u de slijpschijf met water en een fijne korrel (bijv. A120). Vul
de waterbak en zorg ervoor dat er altijd een waterfolie op de
slijpsteen is. Giet het water na elk gebruik weg.
-
03
Afkappen en roest verwijderen : Gebruik de speciale
04
borstels (koperstaaldraad of schurende nylon)
Polijsten : Gebruik de speciale vilt.
05
Machine-instellingen
FIG. F
Instellen gereedschapshouders en vonkenschermen.
01
Vervangen verbruiksartikelen
FIG. G
Slijpen
01
-
02
Borstelen
03
-
04
Onderhoud, aanbevelingen en adviezen
FIG. H
Het gebruik van aangepaste accessoires in goede staat
01
waarborgt een optimale werkin. Controleer de staat van uw
slijpschijven regelmatig.
Gebruik regelmatig een slijprichter om het oppervlak van
02
de slijpschijf bij te werken.
Zorg ervoor dat het apparaat steeds proper blijft. .
03
Controleer de staat van de slijpschijven altijd (ook bij
04
nieuwe slijpschijven).
Niet te veel druk uitoefenen op de slijpschijven, borstels
05
en andere toebehoren om de motor niet onnodig te
belasten.
Descripción y localización de los elementos de la máquina
FIG. A & B
Muela
01
-
02
Cepillo
03
Enderezador de muelas
04
-
05
Base
06
Parachispas
07
Portaherramientas
08
-
09
Interruptor
10
-
11
Alumbrado
12
-
13
Ensamblaje de la máquina
FIG. D
-
01
Montaje del portaherramientas
02
Montaje del parachispas
03
-
04
Fijación de la máquina
05
Funcionalidad de la máquina
FIG. E
Acercar lentamente la herramienta hacia la muela, afilar la
herramienta ejerciendo presiones sucesivas y sumergirla en
agua con regularidad. El desgaste de la muela tiene que
realizarse en toda la longitud, para esto desplace lateralmente
la pieza que se tiene que trabajar.
Trabajos de desbaste : Para desbastar, desbarbar o
01
esmerilar, utilice un grano grueso (por ejemplo A40) y la
muela seca únicamente, acabe con un grano más fino
Trabajos de aguzado y de afilado : Para aguzar o afilar
02
hojas (cuchillos, tijeras, tijeras de podar...), utilice la muela de
agua de grano fino (por ejemplo A120). Llene el depósito de
agua y controle que haya siempre una película de agua en al
muela. Vacíe el agua después de cada utilización.
-
03
Trabajos de decapado, de desoxidación : Utilice cepillos
04
específicos. (alambre de acero latonado o de nailon
abrasivo)
Trabajos de lustrado : Utilice fieltros específicos.
05
Ajustes de la máquina
FIG. F
Regulaciones portaherramientas y parachispas.
01
Cambio de los consumibles
FIG. G
Muela
01
-
02
Cepillo
03
-
04
Mantenimiento, recomendaciones y consejos
FIG. H
La utilización de accesorios adecuados y en buen estado
01
garantiza un funcionamiento óptimo
Controle con regularidad el estado de las muelas.
Utilice con regularidad un enderezador de muelas para
02
rectificar la superficie de la muela.
Mantener el aparato siempre limpio.
03
Siempre controlar el estado de las muelas (incluso las
04
muelas nuevas).
No ejercer una presión demasiado importante en las
05
muelas, cepillos y otros accesorios para que el motor no
trabaje inútilmente.
ES