d. De installatie moet gebeuren volgens de geldende lokale normen voor explosiegevaarlijke omgevingen.
e. Het totaal van het nominale vermogen Po van alle bekrachtigingsapparatuur moet kleiner of gelijk zijn aan de vermogensparameter Pi
van één loadcel.
f. Het totaal van de bekrachtigingsspanning Uo van alle bekrachtigingsapparatuur moet kleiner of gelijk zijn aan de spanningsparameter
Ui van één loadcel.
g. Het totaal van de stroom Lo van alle bekrachtigingsapparatuur moet kleiner of gelijk zijn aan de stroomparameter Li van één loadcel.
h. De loadcelcapaciteit Ci en inductantie Li varieert al naar gelang van de kabellengte:
Kabellengte
12 m
20 m
Per m
i. Bij de berekening van de capaciteit en de inductantie van het systeem gebruikt u deze standaardwaarden voor aansluiting van de kabels
(home-run kabels, bijvoorbeeld), tenzij de eigenlijke waarden bekend zijn:
a. Capaciteit van de aansluitkabel: 0,2 nF per meter.
b. Inductantie van de aansluitkabel: 1 μH per meter.
j. De capaciteitsparameter Co van het bekrachtigingsapparaat moet groter of gelijk zijn aan het totaal van de capaciteiten van het circuit
(bijv. de capaciteit van de aansluitkabels plus het totaal van de capaciteiten Ci van alle loadcellen van het circuit).
k. De inductantieparameter Lo van het bekrachtigingsapparaat moet groter of gelijk zijn aan het totaal van de inductantie van de aansluit-
kabel plus de inductantie Li van één loadcel.
Opmerking: De entiteitsparameters van alle andere apparaten in het circuit (bijv. een junction box) dienen in overweging genomen te
worden bij de beoordeling van de compatibiliteit van apparaten.
l. In een explosiegevaarlijke omgeving veroorzaakt door lucht/stofmengsels, moeten de losse uiteinden van de kabel buiten de explo-
siegevaarlijke omgeving aangesloten worden of in een geschikte behuizing met een beschermingsklasse van minstens IP6X volgens
EN 60529.
m. Als deze aanwijzingen niet worden opgevolgd, loopt de explosiebeveiliging gevaar.
2.4 Loadcelmarkering SLC611
Andere markeringen staan op de volgende etiketten die op het product zijn aangebracht. Op het moment van installatie moet het juiste
hokje aan de linkerkant van het Hazloc-etiket worden aangevinkt met een permanente, waterbestendige marker om de geldende bescher-
ming aan te geven. Eenmaal geselecteerd, mag dit niet veranderd worden.
Voor informatie over de temperatuurklasse / codering, raadpleegt u deel 2.1
Loadcelvariaties omvatten capaciteit, metrologische prestatie, kabellengte, etiket- en mantelmateriaal van polyurethaan of FEP.
2.5 Speciale voorwaarden voor veilig gebruik
2.5.1 Niet-elektrostatische ladingen
Optioneel kunnen de loadcellen (modelnr. SLC611c) voorzien worden van een corrosiebestendige coating die niet geleidend is. In dat
geval moeten pluimontladingen worden voorkomen. Zorg ervoor dat u de loadcel met een vochtige reinigt om de opwekking van statische
elektriciteit te voorkomen. Wrijf niet over de loadcel met een droge doek.
Als de loadcel geïnstalleerd is in een categorie 1G explosiegevaarlijke omgeving met een gasgroep IIC, dient u intense ontladingen van
statische elektriciteit te voorkomen. Zorg ervoor dat de behuizing van de loadcel een aardverbinding heeft met de lokale structuur en voor-
kom handelingen die statische elektriciteit opwekken, zoals contact met stromend materiaal of met transportbanden. Zorg ervoor dat u de
loadcel nat reinigt om de opwekking van statische elektriciteit te voorkomen. Wrijf niet over de loadcel met een droge doek. Zorg ervoor
dat de loadcelkabels zo worden aangelegd dat ze beschermd zijn tegen statische elektriciteit.
44
Functie van de apparatuur
Capaciteit Ci
2,5 nF
4 nF
0,2 nF
Inductantie Li
12 μH
20 μH
1 μH
30129850A Loadcel SLC611