• Handleiding voor de
bediening
In deze handleiding wordt beschreven hoe er veilig
en deskundig met het product gewerkt kan worden.
De genoemde veiligheids- en overige instructies en
de voor de plaats van gebruik geldende
voorschriften ter voorkoming van ongevallen en
algemene veiligheidsbepalingen dienen te worden
nageleefd.
Instrueer alle personen die
gebruik maken van de deur hoe ze
deze correct en veilig kunnen bedienen.
Handzenders horen niet in de
handen van kinderen thuis.
Bij gebruik van de aandrijving moet
het openen en sluiten bewaakt
worden. Er mogen zich geen
personen of voorwerpen in het
bewegingsbereik van de deur bevinden.
• Normaal bedrijf (0)
(op de fabriek ingestelde modus)
De aandrijving van de garagedeur kan door
impulsgevers als handzenders, sleuteltoetsen etc.
worden geactiveerd. Er hoeft slechts een korte
impuls te worden gegeven.
Functieverloop:
Eerst impuls:
Aandrijving start en beweegt de deur naar de
ingestelde eindpositie OPEN of DICHT.
Impuls tijdens het bewegingsproces:
Deur stopt.
Nieuw impuls:
De deur loopt in de tegenovergestelde richting.
Via een tweede toets op de handzender kan het licht
op 4 minuten geprogrammeerd worden (afbeelding
22
). Wanneer op de toets op de handzender wordt
gedrukt, wordt het licht onafhankelijk van de motor
in- en na ca. 4 minuten weer uitgeschakeld.
.
• Noodontkoppeling
Tijdens instelwerkzaamheden, stroomstoring of
storingen kan de deur handmaking worden bediend
door de trekknop aan de loopwagen van de
aandrijving te ontgrendelen.
Mocht de deur voor een langere periode
handmaking moeten worden bediend, plaats dan de
arreteerstift dienovereenkomstig (zie afbeelding
De deurvergrendeling die voor het bedrijf met
aandrijving werd stilgezet, moet weer worden
gemonteerd omdat de gesloten deur anders niet is
afgesloten. Voor de heringebruikname van de
aandrijving wordt de vergrendelingshevel weer in de
parkeerpositie ( ) gezet en de deurvergrendeling
a
stilgezet.
• Interne beveiliging
De deur loopt tijdens het sluitproces op een
hindernis, stopt de aandrijving en geeft de hindernis
vrij doordat de deur wordt geopend tot in de
bovenste eindpositie.
Tijdens de laatste 2 seconden van het sluitproces
wordt de deur slechts een spleet hoog geopend om
de hindernis vrij te geven. De binnenkant van de
garage is echter niet zichtbaar.
Wanneer de deur tijdens de openingsbeweging op
een obstakel stoot, zal de aandrijving stoppen en de
bewegingsrichting gedurende ca. één seconde
worden omgekeerd.
Deze handleiding voor de montage, de bediening en het onderhoud dient zolang te worden bewaard als de deur gebruikt wordt!
• Externe beveiliging
Aansluitschema afbeelding
Loopdeurcontact (STOPA)
Een geopende loopdeur stopt de aandrijving direct
c.q. voorkomt het herstarten van de aandrijving.
Fotocel (STOP B)
Indien de fotocel tijdens het sluitproces wordt
onderbroken, wordt de deur gestopt en in de andere
richting bewogen. Een onderbreking van de fotocel
tijdens het openingsproces heeft geen invloed.
• Verlichting
De verlichting wordt na het impuls voor de start
automatisch ingeschakeld en na afloop van de
ingestelde tijd (in de fabriek ingesteld op ca. 90
seconden) ook automatisch weer uitgeschakeld.
onafhankelijk van de motor ingeschakeld en na 4
minuten weer uitgeschakeld.
Verwisselen van de gloeilamp:
Trek de stekker uit het stopcontact en open de
lampenkap met een kruiskopschroevendraaier (2 x
100). Gloeilamp verwisselen (230 V, 40 W, sokkel
E27) en lampenkap weer vastschroeven.
• Signaallamp
Indien er ter signalering van het open- en sluitproces
een signaallamp geïnstalleerd is, knippert deze
samen met de lamp in de aandrijving zodra er een
startimpuls wordt gegeven. De aandrijving start
v e r t r a a g d o v e r e e n k o m s t i g d e i n g e s t e l d e
waarschuwingstijd (zie menustap ).
• Handzender
Programmeren van andere handzenders:
Zie de menustappen 1 en 2 (afbeelding
Verwisselen van de batterij: schuif de deksel van het
batterijvakje van de handzender af. Haal de batterij
eruit. Plaats een nieuwe batterij Let op de juiste
poolrichting! Schuif de deksel er weer op.
Voeg lege batterijen toe aan de stroom voor
bijzonder afval!
12
).
• Onderhoud / inspectie
13
Controle van de krachtbegrenzing
De sturing van de aandrijving is voorzien van een
veiligheidssysteem met twee processors ter controle
van de krachtbegrenzing.
De geïntegreerde krachtuitschakeling wordt in elke
eindpositie automatisch getest.
Voor de inbedrijfstelling en tenminste eenmaal per
jaar dient de deurinstallatie te worden gecontroleerd.
De installatie van de krachtbegrenzing moet bij die
gelegenheid worden gecontroleerd (afbeelding
I n m e n u v e l d 5 k a n d e k r a c h t v o o r h e t
openingsproces worden bijgesteld. In menustap 6
kan de kracht voor het sluitproces worden bijgesteld.
• Cyclusteller
De cyclusteller slaat het aantal door de aandrijving
7
gegenereerde open- en sluitbewegingen op.
Om de stand van de teller af te lezen moet u de
toets 3 seconden lang ingedrukt houden, tot er een
15
en
16
).
cijfer verschijnt. De cijfers in het display geven een
voor een de getalswaarden aan, te beginnen met
de hoogste decimale voor de komma tot aan het
laagste. De weergave eindigt met een horizontaal
streepje. Voorbeeld: 3456 bewegingen, 3 4 5 6 -
NL
Ter wille van uw eigen veiligheid
adviseren wij om de deur voor de
eerste inbedrijfstelling en naar
behoefte door een deskundig bedrijf
te laten controleren. Laat de inspectie
echter tenminste eenmaal per jaar
doorvoeren.
LET OP!
Een te hoog ingestelde
s l u i t k r a c h t k a n v e r w o n d i n g e n
veroorzaken.
21
)!