NEDERLANDS
1
Hendel
2
Schaalverdeling
3
Dieptegeleider
4
Klemmoer
5
Aanwijzer
6
Hoekplaat
7
Zool
8
Bovengeleider
9
Breedtegeleider (liniaal)
TECHNISCHE GEGEVENS
Model
Bladdiameter .............................................. 260 –270 mm
Max. zaagdiepte
Bij 0° ........................................................... 95/100 mm
Bij 45° ........................................................... 69/73 mm
–1
Nullasttoerental (min
) .......................................... 3 800
Totale lengte ........................................................ 405 mm
Netto gewicht ......................................................... 8,3 kg
Veiligheidsklasse ......................................................
• In verband met ononderbroken research en ontwikke-
ling behouden wij ons het recht voor bovenstaande
technische gegevens te wijzigen zonder voorafgaande
kennisgeving.
• Opmerking: De technische gegevens kunnen van land
tot land verschillen.
Doeleinden van gebruik
Het gereedschap is bedoeld voor het rechtzagen in
lengterichting
en
in
verstekzagen van hoeken in hout terwijl het gereedschap
stevig tegen het werkstuk wordt gehouden.
Stroomvoorziening
De machine mag alleen worden aangesloten op een
stroombron van hetzelfde voltage als aangegeven op de
naamplaat, en kan alleen op enkel-fase wisselstroom
worden gebruikt. De machine is dubbel-geïsoleerd vol-
gens de Europese standaard en kan derhalve ook op
een niet-geaard stopcontact worden aangesloten.
Veiligheidswenken
Voor uw veiligheid dient u de bijgevoegde Veiligheids-
voorschriften nauwkeurig op te volgen.
AANVULLENDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van com-
fort en bekendheid met het gereedschap (na veelvul-
dig gebruik) en neem alle veiligheidsvoorschriften
van de cirkelzaag altijd strikt in acht. Bij onveilig of
verkeerd gebruik van het elektrisch gereedschap,
bestaat de kans op ernstig persoonlijk letsel.
Gevaar:
1.
Houd uw handen uit de buurt van het zaaggebied
en het zaagblad. Houd met uw andere hand de
voorhandgreep of de behuizing van het gereed-
schap vast. Als u de cirkelzaag met beide handen
vasthoudt, kunt u nooit in uw handen zagen.
Verklaring van algemene gegevens
10 Aan/uit-schakelaar
11 Uit-vergrendelknop
12 Inbussleutel
13 Asvergrendeling
14 Zeskantbout
15 Buitenflens
16 Zaagblad
17 Binnenflens
18 Achterhandgreep
5104/5104S
dwarsrichting
en
voor
2.
Reik nooit met uw handen onder het werkstuk.
De beschermkap kan u niet beschermen onder het
werkstuk tegen het zaagblad. Probeer niet afge-
zaagd materiaal te verwijderen terwijl het zaagblad
nog draait.
LET OP: Het zaagblad draait nog na nadat het
gereedschap is uitgeschakeld. Wacht totdat het
zaagblad volledig tot stilstand is gekomen voordat u
het afgezaagde materiaal vastpakt.
3.
Stel de zaagdiepte in overeenkomstig de dikte
/II
van het werkstuk. Minder dan een volledige tand-
hoogte dient onder het werkstuk uit te komen.
4.
Houd het werkstuk waarin wordt gezaagd nooit
vast met uw handen of benen. Zorg dat het werk-
stuk stabiel is ten opzichte van de ondergrond.
Het is belangrijk het werkstuk goed te ondersteunen
om de kans te minimaliseren dat uw lichaam eraan
blootgesteld wordt, het zaagblad vastloopt of u de
controle over het gereedschap verliest. (Fig. A)
het
Een typische afbeelding van goede handplaat-
sing, werkstukondersteuning en netsnoerroute
(indien van toepassing).
5.
Houd elektrisch gereedschap vast aan het geïso-
leerde oppervlak van de handgrepen wanneer u
werkt op plaatsen waar het zaaggereedschap
met verborgen bedrading of zijn eigen snoer in
aanraking kan komen. Door contact met onder
spanning staande draden, zullen ook de niet-geïso-
leerde metalen delen van het elektrisch gereed-
schap onder spanning komen te staan zodat de
gebruiker een elektrische schok kan krijgen.
6.
Gebruik bij het schulpen altijd de breedtegelei-
der of de langsgeleider. Hierdoor wordt de nauw-
keurigheid van het zagen vergroot en de kans op
vastlopen van het zaagblad verkleint.
7.
Gebruik altijd zaagbladen met doorngaten van
de juiste afmetingen en vorm (diamand or rond).
Zaagbladen die niet goed passen op de bevesti-
gingsmiddelen van de cirkelzaag, zullen excentrisch
draaien waardoor u de controle over het gereed-
schap verliest.
19 Voorhandgreep
20 Stelschroef
21 Geodriehoek
22 Stofzuiger
23 Limietmarkering
24 Borstelhouderkap
25 Schroevendraaier
Fig. A
23