FUNCIONAMIENTO / SERVICIO
Dispositivo de punto neutro
Poner la manilla en la posición de punto neutro
(Fig. 11). De esta manera la cadena podrá
ser llevada a la posición adecuada en ambas
direcciones. La carga mínima para el cierre
automático del freno son aprox. 30 - 45 kg.
Elevar la carga
Poner la manilla en la posición subir ' ' (Fig.
11). Accionando la palanca se consigue elevar
la carga . Si el trabajo se interrumpe mientras
haya una carga elevada, la manilla debe
permanecer en la posición subir ' '. Nunca
llevarla a la posición de punto neutro (centro)
o a la posición para bajar ' '.
La carga siempre debe estar enganchada en
el centro del gancho de carga , nunca se debe
enganchar la carga en la punta de los ganchos
de suspensión y/o de carga (Fig. 8).
Bajar la carga
Poner la manilla en la posición bajar ' '.
Accionando la palanca se consigue bajar la
carga.
Freno bloqueado
Cuando un polipasto, soporta una carga, la
cual se libere de forma repentina el freno
permanecerá cerrado. El freno también
permanecerá cerrado en caso de tensar la
pasteca fuertemente contra la carcasa.
Liberar el bloqueo del freno
Poner la manilla en la posición bajar ' '.
Actuar energicamente sobre la palanca del
polipasto. Si el freno está excesivamente
bloqueado, puede liberarse con un golpe
fuerte en la palanca; asegurandose de que la
manilla del dispositivo de punto neutro se
encuentre en la posición bajar ' '.
INSPECCIÓN / MANTENIMIENTO
Los polipastos deben de ser inpeccionados
por lo menos una vez al año cuando se trabaja
en condiciones normales, en caso de utilizar
el polipasto en condiciones extremos se
deberá inspeccionarlo en periodos más cortos.
Estas inspecciones deberán ser realizadas por
personal especializado:
Todos los componentes del polipasto tienen
que ser inspeccionados visualmente y
funcionalmente si presentan señales de daño,
desgaste, corrosión u otras irregularidades.
Las reparaciones sólo se deberán realizar
en un taller especializado que utilice
piezas y repuestos originales Yale.
Las inspecciones deben ser ordenadas
por el operario.
Nederlands
VOORWOORD
Deze gebruiksaanwijzing dient door elke ge-
bruiker bij een eerste in gebruikname zorgvul-
dig gelezen te worden. Deze gebruiksaanwij-
zing moet het de gebruiker gemakkelijk ma-
ken het apparaat, hijsgereedschap te leren
kennen en voor de juiste doeleinden toe te
passen. De gebruiksaanwijzing geeft belang-
rijke informatie voor een zeker, juist en ver-
standelijk gebruik van het apparaat/hijsge-
reedschap.
Uw opmerkzaamheid helpt gevaren te vermij-
den, reparatiekosten en uitval te verminderen
en de betrouwbaarheid en levensduur van het
apparaat/hijsgereedschap te verhogen.
De gebruiksaanwijzing moet altijd in de buurt
van het gebruik beschikbaar zijn.
Naast de gebruiksaanwijzing en in het land
van gebruik en inzetplaats geldende veilig-
heidsvoorschriften moeten ook de erkende
regels voor veilig en vakkundig werken in acht
worden genomen.
JUIST GEBRUIK
- Het apparaat is voor hijsen, trekken en
spannen van lasten ontworpen.
- Tevens is het apparaat geschikt om lasten
vast te zetten b.v. op een vrachtwagen.
Zowel de Handkracht als de Spankracht
welke op het typeplaatje staat vermeld dient
men in acht te nemen.
- De op de gereedschap vermelde capaciteit
(W L L) is de maximale last, die niet over-
schreden mag worden.
- De boven- en onderhaak moeten zich bij het
hijsen in een loodrechte lijn boven het zwaar-
tepunt van de last bevinden, om slingeren
van de last te verkomen (Fig. 1).
- Het is niet toegestaan zich onder een
gehesen last te bevinden.
- Lasten mogen niet voor langere tijd ofwel
zonder toezicht in gehesen toestand
verblijven.
- De gebruiker/bediener mag een last dan pas
verplaatsen indien hij/zij zich ervan overtuigd
heeft dat de last juist is ingehaakt dan wel
dat er zich geen personen in het bereik voor
gevaar ophouden.
- Bij het ophangen van het apparaat dient de
gebruiker er op te letten dat het hijsgereed-
schap zo bediend kan worden zonder dat er
gevaar optreedt zij het door het apparaat zelf,
noch de drager of de last.
- Het apparaat kan binnen een temperatuur-
O
O
gebied van -10
C en + 50
C worden toege-
past. Bij extreme omstandigheden dient de
fabrikant te worden geraadpleegd.
NL
Opgelet: Bij temperaturen onder 0
de rem op bevriezing te worden gecontro-
leerd.
- De voorschriften tot voorkoming van onge-
vallen ofwel veiligheidsvoorschriften voor
hand aangedreven hijsgereedschappen in
het land van gebruik /toepassing, dienen ten
aller tijde in acht genomen te worden.
- Bij storingen dient het apparaat direct uit
gebruik genomen te worden.
NIET TOEGESTAAN GEBRUIK
- De capaciteit van het hijsgereedschap mag
niet overschreden worden.
- Een verlenging van de handel is niet geoor-
loofd (Fig. 2).
- Lassen aan haken en lastketting is verbo-
den. De lastketting mag niet als aarde bij
laswerksamheden worden gebruikt (Fig. 3).
- Schuin trekken, dat wil zeggen zijdelingse
belasting op de behuizing of onderhaak ver-
mijden . Altijd in een rechte lijn tussen beide
haken werken (Fig. 4).
- Het gebruik van het hijsgereedschap voor
transport van personen is niet toegestaan
(Fig. 5).
- De lastketting mag niet als aanslag- strop-
ketting worden gebruikt (Fig. 6).
- Lastketting niet knopen of met een bout,
schroef, schroevendraaier of soortgelijks
verkorten. De in het hijsgereedschap gemon-
teerde lastketting mag niet worden gerepa-
reerd (Fig. 7).
- Het verwijderen van de veiligheidsklep in bo-
ven- en lasthaak is onverantwoord.
- De hakenspits niet belasten (Fig. 8).
- Het kettingeindstuk mag niet als bedrijfsma-
tige hijshoogtebegrenzing gebruikt (Fig. 11).
- Het is verboden om tijdens het hijsen de last
te draaien omdat de onderhaak hiervoor niet
ontworpen is. Indien men wel moet draaien
tijdens het hijsen moet men onderhaken
voorzien van kogellagers. In geval van dient
men contact op te nemen met de fabriek.
- Hijsgereedschap niet laten vallen, apparaat
moet altijd neergelegd worden.
- Hijsgereedschap mag niet in explosie
gevaarlijke ruimtes worden ingezet.
ONDERZOEK VOOR HET EERSTE
GEBRUIK
Voor de eerste in gebruik stelling dient elk
hijsgereedschap een inspectie door een
vakkundig persoon te ondergaan. De inspectie
is zowel visueel als functioneel. Hierbij moet
worden vastgesteld dat de takel veilig is en
niet is beschadigd door bijvoorbeeld incorrect
transport of opslag. Als vakkundig persoon kan
bijvoorbeeld een onderhoudsmonteur van de
fabrikant of leverancier worden aangesteld.
O
C dient
7