Meten Met De Benning Cm - Benning CM 1-3 Instrucciones De Servicio

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 29
De ingebouwde zoemer klinkt bij een weerstand R < 50 Ω.
Meetbereik
Resolutie
1 mV
8.

Meten met de BENNING CM 1-3

8.1 Voorbereiden van de metingen
Gebruik en bewaar de uitsluitend bij de aangegeven werk- en opslagtempera-
turen. Niet blootstellen aan direct zonlicht.
-
Controleer de gegevens op de veiligheidsmeetsnoeren ten aanzien van
nominale spanning en stroom. Origineel met de meegeleverde veiligheid-
smeetsnoeren voldoen aan de te stellen eisen.
-
Controleer de isolatie van de veiligheidsmeetsnoeren. Beschadigde meet-
snoeren direct verwijderen.
-
Veiligheidsmeetsnoeren testen op correcte doorgang. Indien de ader in het
snoer onderbroken is, het meetsnoer direct verwijderen.
-
Voordat met de draaischakelaar 2 een andere functie gekozen wordt,
dienen de meetsnoeren van het meetpunt te worden afgenomen.
-
Storingsbronnen in de omgeving van de BENNING CM 1-3 kunnen leiden
tot instabiele aanduiding en/ of meetfouten.
8.2 Spanningsmeting
Let op de maximale spanning t.o.v. aarde.
Gevaarlijke spanning!
De hoogste spanning die aan het
-
COM-contactbus 6, zwart
-
contactbus voor V, Ω 7
van de multimeter BENNING CM 1-3 ligt t.o.v. aarde, mag maximaal 1000 V
bedragen.
-
Kies met de draaiknop 2 van de BENNING CM 1-3 de gewenste instelling
(V AC) of (V DC).
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus 6 van
de BENNING CM 1-3.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω 7 van de
BENNING CM 1-3.
-
Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display 3 van de
BENNING CM 1-3.
Zie fig. 2:
Zie fig. 3:
8.3 Wisselstroommeting
8.3.1
Voorbereiden van metingen
Gebruik en bewaar de BENNING CM 1-3 uitsluitend bij de aangegeven werk-
en opslagtemperaturen. Niet blootstellen aan direct zonlicht.
-
Storingsbronnen in de omgeving van de BENNING CM 1-3 kunnen leiden
tot instabiele aanduiding en/ of meetfouten.
Geen spanning zetten op de contactbussen van de
BENNING CM 1-3. Neem eventueel de veiligheidsmeetsnoeren
van het apparaat.
8.3.2
Stroommeting
-
Kies met de draaischakelaar 2 de met A~ aangegeven positie.
-
Voer het open mondstuk over de stroomvoerende ader en wel zo, dat de
ader zich in het wijde deel van de opening bevindt.
-
Lees nu de aanduiding in het display 3
Zie fig. 4:
8.4 Weerstandsmeting
-
Kies met de draaiknop 2 van de BENNING CM 1-3 de gewenste instelling
(Ω).
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus 6 van
de BENNING CM 1-3.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω 7 van de
BENNING CM 1-3.
-
Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
05/ 2008
Nauwkeurigheid v/d meting
± (1,5 % meetwaarde + 0,05 V)
meten van gelijkspanning.
meten van wisselspanning.
meten van wisselstroom
BENNING CM 1-3
Max. meet-
Max. nullast-
stroom
spanning
1,5 mA
3,0 V
57

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido