Functies en bediening van de sto el
* indien aanwezig
70
764
1
0
2
1
2
765
** kan naderhand worden aangebracht
S to el ver w ar m ing * * *
De stoelverwarming wordt met de schakelaar
in- of uitgeschakeld.
0 = stoelverwarming UIT
1 = stoelverwarming AAN
L endensteun
Met de lendensteun kan het zitcomfort wor-
den verhoogd en blijven de prestaties van de
chauffeur constant.
Door het handwieltje naar boven te draaien,
wordt de bolling van het rugkussen in het bo-
venste gedeelte individueel aangepast. Als u
het handwieltje naar beneden draait, wordt de
bolling in het onderste gedeelte aangepast.
0 = geen bolling
1 = max. bolling bovenaan
2 = max. bolling onderaan
I nstel l ing van de r ugl euning
Trek de vergrendelingshendel naar boven om
de rugleuning te ontgrendelen. Tijdens het
ontgrendelen mag de rugleuning niet belast
worden door ertegen te drukken.
Terzelfdertijd moet de rugleuning belast of
ontlast worden om de gewenste positie in te
stellen. Laat de hendel weer los om de
rugleuning opnieuw te vergendelen.
F
Na het vergrendelen mag de rugleuning
niet meer in een andere stand kunnen worden
gezet.
NL