• Bij warm weer breidt de ketting zich uit en zit dan
soepeler. Hier bestaat dan het gevaar dat de ket-
ting van de geleidingsrail afloopt.
• Daarom moet zij indien nodig op tijd worden vastgezet.
Wanneer een verwarmde zaagketting werd vastge-
zet, moet zij aan het einde van het werk weer los
worden gemaakt. Anders zou de kettingspanning
bij het afkoelen en het daarmee verbonden inkrim-
pen van de zaagketting te groot worden.
• Een nieuwe zaagketting moet ongeveer 5 minuten
inlopen. Hier is de smering van de ketting bijzon-
ders belangrijk.
• Na het inlopen moet de kettingspanning worden
gecontroleerd en indien nodig worden bijgesteld.
8. Ingebruikname
De spanning en de aard van de stroomverzorging
moeten overeenkomen met de gegevens op het ty-
peplaatje.
Voor aanvang van de werkzaamheden moet altijd de
goede en veilige werking van de kettingzaag worden
gecontroleerd.
Controleer ook of de ketting goed gesmeerd wordt,
en of het oliepeil voldoende hoog is (zie afb. 4). Wan-
neer het oliepeil ongeveer 5 mm boven de onderste
markering ligt, moet olie worden bijgevuld. Wanneer
het oliepeil hoger is, kunt u beginnen te werken.
• De kettingzaag aanzetten en boven de grond hou-
den. De kettingzaag mag de grond niet raken. Om
veiligheidsredenen moet hier een minimale afstand
van 20 cm in acht worden genomen. Wanneer u
toenemende oliesporen ontdekt, betekent dit dat
het smeersysteem voor de ketting goed werkt. Wan-
neer u geen tekenen van olie kunt vaststellen, rei-
nig eerst de olie-uitlaat (afb. 2, C) en de olieleiding.
Raadpleeg indien nodig een gespecialiseerd bedrijf.
(Lees a.u.b. echter van tevoren de overeenkomstige
instructies in paragraaf „Kettingsmeerolie bijvullen").
• Controleer ook indien nodig de kettingspanning en
de speling (zie paragraaf „Zaagketting spannen").
• Controleer de goede werking van de kettingrem
(zie ook paragraaf „Kettingrem vrijgeven").
Aanzetten
• De kettingrem (3) losmaken, de inschakelblokke-
ring (11) drukken en de aan-/uit-schakelaar (13)
drukken.
• De onderste klauw van de klauwaanslag (afb. 2, J)
op het hout zetten. De kettingzaag aan de achter-
ste handgreep (1) tillen en in het hout zagen. De
kettingzaag iets naar achteren bewegen en dan de
klauwaanslag iets dieper aanzetten.
• Wees voorzichtig met gespleten hout, omdat stuk-
ken hout af kunnen breken.
62 | NL
www.scheppach.com / service@scheppach.com / +(49)-08223-4002-99 / +(49)-08223-4002-58
Let op!
Na het inschakelen draait de kettingzaag onmiddellijk
op volle snelheid.
Uitzetten
• Voor het uitzetten moet de aan-/uit-schakelaar (13)
aan de achterste handgreep worden losgemaakt.
• Bij het uitschakelen met de aan-/uit-schakelaar
stopt de kettingzaag binnen 1 seconde, met hevige
vonkvorming. Dit is echter heel normaal, en het
doet geen afbreuk aan de goede werking van de
kettingzaag.
• Na het werk met de kettingzaag: altijd de zaagket-
ting en het zwaard reinigen en de kettingbescher-
ming weer aanbrengen.
• Bij het bedienen van de kettingrem wordt de ket-
tingzaag onmiddellijk gedeactiveerd.
Verklaring van de bedienings indicator
(afb. 2, 18):
Groene LED:
De groene LED brandt wanneer het apparaat in
gebruik is.
9. Aanwijzingen voor het werk
Vervoer van de kettingzaag
Voordat de kettingzaag mag worden vervoerd, al-
tijd de stekker uit het stopcontact trekken en de ket-
tingbescherming over de rail en ketting aanbrengen.
Wanneer met de kettingzaag meerdere sneden die-
nen te worden uitgevoerd, moet de zaag tussen de
sneden worden uitgeschakeld.
Verlengkabel
Er mogen alleen verlengkabels worden gebruikt die
voor buitenshuis gebruik zijn ontworpen. De kabel-
doorsnede (max. lengte van de verlengkabel: 75 m)
moet minstens 2,5 mm² bedragen.
De verlengkabel moet voor de veiligheid in een lus
eindigen die door de trekontlasting aan de behuizing
wordt gevoerd (afb. M).
Verlengkabels van meer dan 30 m lengte hebben een
nadelig effect op het vermogen van de kettingzaag.
Smeren van de ketting
Ter bescherming tegen overmatige slijtage moe-
ten zaagketting en geleidingsrail tijdens het gebruik
gelijkmatig worden gesmeerd. De smering gebeurt
automatisch. Nooit zonder kettingsmering werken.
Wanneer de ketting droog loopt, wordt de gehele snij-
voorziening binnen korte tijd sterk beschadigd.
Daarom voor elk werkbegin de kettingsmering en het
oliepeil controleren (afb. 4).
De zaag niet in gebruik nemen wanneer het oliepeil
onder de markering "Min." ligt.