9.6 Bedieningshandel
VD00191
Gebruik de boormal om de gaten voor de bevestiging en voor
de kabeldoorvoer op de gewenste plaats in de stuurkast te
boren.
Monteer de bedieningshandel met de meegeleverde pakking
en de twee M6 moeren.
Voer de aansluitkabel door naar de electromotor, steek de ste-
kerverbinding in elkaar en draai de borgmoer rechtsom vast, zie
pag. 59.
Indien het noodzakelijk is de tussenkabel door te snijden en
weer te verbinden, zorg er dan voor dat de aders weer kleur op
kleur aangesloten worden.
Bundel het teveel aan kabel en zorg er voor dat dit niet aan de
stekker 'hangt' of tegen bewegende delen kan schavielen.
N.B. Het is niet mogelijk 2 bedieningshandels aan te sluiten.
9.7 Acculader
De keuze van de juiste acculader hangt af van de geïnstalleer-
de accucapaciteit en van de gewenste laadtijd.
Semi-tractie accu's mogen geladen worden met een begin-
laadstroom van maximaal 16 A per 100 Ah.
Met een lader die met een maximale beginlaadstroom van 10 A
per 100 Ah laadt zal de accu in ca 14 uur weer herladen zijn.
Wat in de meeste gevallen acceptabel is.
Vetus kan speciaal voor het laden van semi-tractieaccu's laders
leveren van:
- 25 A bij 24 V, geschikt voor 1 set van 2 accu's 12 V - 230 Ah,
in serie geschakeld
- 50 A bij 24 V, geschikt voor 1 set van 4 accu's 12 V - 230 Ah,
in serie/parallel geschakeld.
- 65 A bij 24 V, geschikt voor 1 set van 6 accu's 12 V - 230 Ah,
in serie/parallel geschakeld.
Bij parallel geschakelde accu's verdient het de voorkeur de
accu's gescheiden te laden via een scheidingsdiode.
Electrische voortstuwing EP2200, EP2200H
9.8 Walaansluiting
De acculader kan aan boord of aan de wal worden opgesteld.
Bij opstelling van de acculader aan boord dient een verant-
woorde walaansluiting voor de 230 V wisselspanning te worden
gemaakt.
Bij opstelling van de acculader aan de wal dient de verbinding
acculader naar accubatterij door middel van een steker-contra-
steker te worden gemaakt welke verkeerd-om aansluiten voor-
komt.
Raadpleeg Vetus voor geschikte stekers-contrastekers.
Tref eventueel voorzieningen om te voorkomen dat weggevaren
kan worden terwijl de acculader nog is aangesloten.
• De Vetus acculaders zijn voorzien van een potentiaal vrij
relaiscontact. Dit contact kan in de stuurstroomdraad van de
vaartregelaar worden opgenomen. Zie schema 14-6 op pag.
66.
9.9 Extra instrumenten
Voor het installeren van extra instrumenten zoals bijvoorbeld
een Voltmeter, Amperemeter of Ah-meter dienen de bijbehoren-
de handleidingen te worden geraadpleegd.
Ter informatie is in schema 14-7 aangegeven hoe deze instru-
menten aangesloten kunnen worden.
9.10 Toelichting aansluitschema's
Voor aansluitschema's zie pag. 64.
Voor installaties uitgerust met 2 tot en met 8 semi-tractie accu's
zijn aansluitschema's gegeven.
Met uitzondering van schema 14-4 staan in deze schema's
acculaders afgebeeld zoals onder 9.7 worden aanbevolen.
In schema 14-4 is een kleinere lader afgebeeld dan wordt aan-
bevolen! Bij deze installatie zal de laadtijd, bij volledig ontladen
accu's, ca. 20 uur bedragen.
De afgebeelde scheidingsdiodes mogen geen spanningsverlies
geven tenzij de acculader voor dit spanningsverlies gecompen-
seerd kan worden!
Bij standaard scheidingsdiodes is de uitgangsspanning 0,6 Volt
lager als de ingangsspanning.
Onder compensatie van de acculader wordt verstaan een ver-
hoging van de uitgangsspaning van de lader met 0,6 Volt om
aan de uitgang van de scheidingsdiode weer de correcte laad-
spanning te verkrijgen.
Vetus heeft geschikte scheidingsdiodes waarbij het spannings-
verlies nihil is:
- met 2 uitgangen, Art. code: 'DIODE1252'
- met 3 uitgangen, Art. code: 'DIODE1253'
NEDERLANDS
9