Ambu Mark IV Manual Del Usuario página 76

5.3. Zuurstof toedienen met zuurstofreservoir,
zie
Y
Door het zuurstofreservoir aan te sluiten op de beademingsballon,
wordt een optimale zuurstofeconomie verkregen. Het beademingsgas
zal uit vrijwel 100% O bestaan als de zuurstoftoevoer groter of gelijk
2
is aan het minutenvolume.
Y 6.1: gevuld, 6.2: leeg (zuurstofconnector op zuurstofreservoir
= 6 mm).
U toont voorbeelden van O
-percentages, die kunnen worden
2
bereikt met verschillende volumes en frequenties bij het gebruik van
een zuurstofreservoir.
V : Beademingsvolume, Frequentie
T f :
Op het zuurstofreservoir is ter informatie een vereenvoudigde tabel
I
gedrukt. Zie . De aangegeven zuurstofconcentraties moeten
minimaal worden verkregen zolang het minutenvolume kleiner of
gelijk is aan 1.000 x 15 = 15 l/min. resp. 300 x 20 = 6 l/min.
Voorbeelden: dien 13 l/min. zuurstof toe via de inlaat van het
zuurstofreservoir. Bij een beademingsvolume van max. 1.000 ml en
een compressiefrequentie van max. 15 per minuut, ontvangt een
volwassen patiënt een zuurstofconcentratie van minimaal 85%.
Dien 2 l/min. zuurstof toe via de inlaat van het zuurstofreservoir. Bij
een beademingsvolume van max. 300 ml en een compressiefrequentie
van max. 20 per minuut, ontvangt een kind een zuurstofconcentratie
van minimaal 40%.
6. Beschrijving
De Ambu Mark IV-beademingsballon is ontworpen op basis van het
dubbelwandige ballonprincipe van Ambu.
De Ambu Mark IV-standaardbeademingsballon bestaat uit de volgende
onderdelen: Ballon met inlaatklep en patiëntklep.
78
Nederlands
All manuals and user guides at all-guides.com
6.1. Ballon, zie
9.1: Connector, 9.2: dunwandige buitenovertrek, 9.3:
Zelfexpanderende binnenballon, 9.4: inlaatklephuis (ISO 32 mm
connector voor aansluiting van het zuurstofreservoir en de zuurstof-
inlaatconnector, als het zuurstofreservoir niet wordt aangesloten),
9.5: flenskap. 9.9: de ballon wordt geleverd met een steunband voor
grip op de ballon tijdens het ademen en een geïntegreerd
ophangriempje, 9.10: Het ophangriempje heeft een venster met een
snelkoppeling met een naamplaatje. Het naamplaatje kan worden
ingestanst of gegraveerd.
Als de ballon normaal gesproken met één hand wordt bediend,
voorkomt de elasticiteit van het buitenovertrek dat de luchtwegdruk
hoger wordt dan ca. 7 kPa (70 cm H
verlies van slagvolume, is uniek voor de Ambu Mark IV-beademings-
ballon.
6.2. Patiëntklep, zie
De werking van de klep wordt beschreven in paragraaf 4.
{ 11.1: spatbescherming (optie), 11.2 ISO-expiratiesteker (30 mm)
voor directe aansluiting op de Ambu PEEP-klep,
11.3: inspiratiesteker (24 mm),
11.4: 22/15 ISO patiëntconnector.
6.3. Zuurstofreservoir (optie), zie
Het zuurstofreservoir is gemaakt van PES/TPU (9.8) en wordt
aangesloten op een reservoirhuis (9.6) met een dop (9.7), die op de
inlaatklepconnector op de beademingsballon past.
De klep heeft twee klepschijven van siliconenrubber die het mogelijk
maken om externe lucht aan te zuigen als de ballon leeg is en om het
teveel aan zuurstof af te voeren als de ballon vol is.
O
O). Deze drukbegrenzing, zonder
2
{
O